Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juni 2025
Het was na middernacht, toen zij den zijweg insloegen en de kapel zagen liggen, in het late manelicht, nabij eene vlakte, waar zij de kruizen der graven blanken zagen. En zij stegen af en Gawein luidde er het klokje, dat aan de poort hing en het klonk door de nacht met de bede der dooden.
Ik ben die gone, die wèl dat lieve, schoone leven minne...... Wonder, Aventure, battalgiën en...... schoone vrouwen: ik heb ze wellicht te lieve gehad...... Vrienden, ik en biechtte nooit! Vrienden, roept mij den huispaap...! De huispaap trad voor. Ik biecht...... stamelde Gawein.
Zij droegen, de tien Ronde-Tafelridders even als Gawein, die, den Koning gelijk, verlangt naar Aventure en als Lancelot, die nooit naar iets anders dan naar Guenever verlangt mooie, sonore namen van Keltischen klank.
De gapende tien andere ridders schrikken heviglijk op. Guenever en Lancelot staken hunne verliefde wandeling. Wat is er? vraagt Lancelot aan den reus Bohort, die zetelt naast Gawein. Wat is er?? murmelt de koningin tot Ywein, den stotteraar, die zetelt naast Lancelots ledigen zetel. Ddd
Gawein beval hem aan in de hoede der Moeder Gods, en Ferguut reed heen, terwijl allen, behalve Keye, in rouwe achterbleven, maar krachtig en vroolijk was Ferguut, want op alle wegen was zonnelicht. Ferguut en Galiëne
Ysabele glimlachte, heimelijk verheugd en zij stegen de trap op, die wentelde, steeds zoekende naar het Scaec. Ik en zie het niet, oom. Ik en zie het evenmin, Ysabele.... Amadijs, ziet gij het Scaec? Gawein wendde zich om naar den schildknaap, die volgde eenige treden lager. Ik en zie het niet, mijn heer, antwoordde Amadijs zoo treurig en zacht, dat het Ysabele trof.
Ysabele was haar grootvader genaderd en had hare witte handekens gelegd over des ouden Konings Assentijns rood fluweelen schouders en Gawein dacht om dit gebaar aan Koning Artur en aan Guenever, maar het meeste dacht hij aan zijne eigene, lace, gestorven vrouw en het scheen hem toe, dat zij herboren ginds voor hem stond, maar schooner nog, jeugdiger dan hij haar ooit gezien had.
Koning Arthur kwam van de mis en hij beval, om het schaakbord te brengen, daar hij wilde gaan spelen. Maar de kamerheer en Ferguut wachtten al op hem, en ze gingen voor den koning staan. Ferguut groette, en deed zijn mantel uit. Hij knielde neder, en smeekte, om tot ridder geslagen te worden. Gawein naderde. "Het is niet goed " zeide hij ernstig, "dat Keye de vreemde ridders bespot.
Maar Gawein, die is als een lioen! Gawein, die doet als de liebaert! Gawein, die slaat de Noordhumberlanders ter middele in twee; mannen en paarden verslaat hij en velt ze over hoop! Nooit zag wie ook zulk een geloop en hoorde wie ook zulk geschal en zulk geschetter en zulk gekletter en zulk geklank!
En de Koning zette zich bezorgd op zijn zetel en beval der ridders bal te spelen en met het werptafelspel. En hij beval jongen knapen te zingen en vedelaren te vedelen, opdat Gawein minder zoû lijden, zoo rondom hem er muziek klonk en voort ging de gewone vië, die des kasteels was in vredestijd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek