Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
En hij moest erkennen, dat er veel te zien en te leeren was, en dat 't hem niet moeilijk viel den tijd om te krijgen. Maar wel gingen zijn gedachten alle dagen met groot verlangen naar Maarten, den ganzerik, en de andere reisgenooten. "Was ik maar niet door mijn belofte gebonden," dacht hij, "dan zou ik wel een vogel vinden, die me bij hen brengen wou."
Lang had hij het toch zoo niet kunnen uithouden; maar dat hoefde ook niet; want nu daalde de zon snel, en juist bij zonsondergang vlogen de ganzen recht naar beneden. En eer de jongen en de ganzerik het wisten, stonden ze aan den kant van het Vombmeer. "Hier zullen we wel den nacht overblijven," dacht de jongen, en sprong van den rug van den ganzerik op den grond.
De ganzerik was groot en zwaar, zoodat het een heel werk voor den jongen was, maar eindelijk lukte het hem. De ganzerik kwam in 't meer terecht met den kop vooruit. Een oogenblik lag hij stil in de modder, maar al gauw stak hij den kop op, schudde het water uit de oogen en proestte. Daarop zwom hij trotsch tusschen riet en waterplanten door. De wilde ganzen lagen vóór hem in 't meer.
"Hij was een oogenblik geleden nog bij ons," zei Akka, "maar nu weten we niet, waar hij is." De jongen vloog op, en werd vreeselijk bang. Hij vroeg, of er zich ook een vos of arend vertoond had, of dat er een mensch in de buurt gezien was. Maar niemand had iets gevaarlijks gemerkt. De ganzerik was zeker alleen maar in den mist verdwaald.
En de jongen zat, in herinneringen verdiept, op den rug van den ganzerik. Hij dacht aan een avond in Zuid-Halland.
Toen zei op eens 't ventje, dat op zijn rug zat: "Lieve Maarten Ganzerik, je begrijpt toch wel, dat het voor jou, die nog nooit gevlogen hebt, onmogelijk is met de wilde ganzen heel meê naar Lapland te vliegen. Zou je niet liever weer naar huis gaan, vóór je je heelemaal ziek maakt?"
"O zoo! staat het zoo?" dacht de ganzerik. En nu begreep hij op eens, dat de wilde ganzen nooit van plan waren geweest hem meê te nemen naar Lapland. Zij hadden hem maar voor de grap van huis weggelokt. Het ergerde hem geducht, dat zijn krachten hem nu gingen begeven, zoodat hij die schooiers daar niet kon toonen, dat een tamme gans ook wel wat waard was.
Hij was dus heel verbaasd, toen ze zei: "Je antwoordt moedig op mijn vragen, en hij, die moed heeft, kan een goede reiskameraad worden, al is hij ook in het begin onwetend. Wat zou je er van zeggen een paar dagen bij ons te blijven, tot we zien wat je waard bent." "Dat wil ik heel graag," zei de ganzerik, en was blij.
"Maar ik geloof niet, dat ik me alleen op zulk een reis zal kunnen redden," zei de ganzerik, "en nu wou ik je vragen, of je meê zou kunnen gaan en me helpen." De jongen had natuurlijk geen ander plan, dan zoo gauw mogelijk naar huis terug te gaan, en hij was zóó verbaasd, dat hij niet wist, wat hij antwoorden zou. "Ik dacht, dat we geen goede vrienden waren, jij en ik," zei hij.
Dat deed de jongen, en dadelijk hoestte de witte ganzerik een grooten wortel op, die in zijn keel was blijven zitten. "Heb je daarvan gegeten?" vroeg Akka, en wees op een paar wortels, die op den grond lagen. "Ja," zei de ganzerik. "Dan is 't maar goed, dat ze je in de keel zijn blijven steken," zei Akka. "Ze zijn vergiftig. Als je ze had ingeslikt, zou je zeker gestorven zijn."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek