Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 mei 2025
Maar haar linkervleugel was uit het lid, en sleepte over den grond, zoodat die haar hinderde bij al haar bewegingen. "Je hoeft niet bang voor me te wezen," zei de jongen, en keek lang zoo boos niet, als hij van plan was te doen. "Ik ben Duimelot, de reiskameraad van Maarten, den ganzerik," ging hij voort, en hij wist niet, wat hij zeggen zou.
Met u schoten we dadelijk aangenaam op, als met een prettigen reiskameraad, maar met hem.... hij heeft misschien niet veel gereisd? O, ja wel! sprak Frank, die moest glimlachen. Nu, misschien was hij dan verlegen of linksch. Maar later ben ik wel anders gaan denken en nu vind ik hem niet meer onuitstaanbaar....
Nu ben ik weer frisch en vroolijk, weder de oude wildzang van vroeger, en kijk met zonnigen blik de toekomst tegemoet. Hoef ik 't nog nader uit te duiden, liefsten? Ik zegen den dag, waarop ik mijne hand gelegd heb in die van hem, dien de Alvader mij tot reiskameraad door het groote en dikwijls zoo moeilijke leven gewezen heeft.
Ja, zij had afleiding noodig, zij zou een geheelen winter reizen! Het was of zij een zee van zonneschijn door de sombere duisternis harer ziel voelde vlieten. Afwisseling was het leven, zeide Vincent altijd. Oom, ik weet heusch niet! begon zij ontroerd. Ik ben tegenwoordig niet vroolijk, ik zal geen prettige reiskameraad zijn. Lieve meid, dat weet je niet.
Want nu was de zon weg, en nu kwam er kou van over 't meer, en de duisternis viel, en de angst kwam in 't spoor van de schemering, en in 't bosch begon het te kraken en te ritselen. Nu was het uit met den vroolijken moed, dien de jongen had gevoeld, terwijl hij boven in de lucht was, en in zijn angst keek hij om naar zijn reiskameraad: hij had immers niemand anders om zich bij aan te sluiten.
Hij was dus heel verbaasd, toen ze zei: "Je antwoordt moedig op mijn vragen, en hij, die moed heeft, kan een goede reiskameraad worden, al is hij ook in het begin onwetend. Wat zou je er van zeggen een paar dagen bij ons te blijven, tot we zien wat je waard bent." "Dat wil ik heel graag," zei de ganzerik, en was blij.
Maar den ganzerik kon hij niet vinden, en toen het tegen den avond liep, en hij weer naar het strand terug ging, kon hij niet anders denken, dan dat zijn reiskameraad weg was. Hij was zoo moedeloos, dat hij niet wist wat te beginnen. Hij was al weer over den muur gekomen, toen hij een steen hoorde vallen, vlak bij hem.
Ik haak naar het oogenblik, dat we zullen landen; mijn reiskameraad doet niets dan blazen en zich 't gelaat afvegen. Als wij eindelijk den voet op de loopplank zetten, zegt hij: "'k Geloof dat we toch wijzer hadden gedaan, om kalm te Biebrich te blijven; dat watertochtje is mij niets bevallen." "'k Ben 't met u eens; we hadden 't daar goed, maar we haakten naar beter." De boot stoomt verder.
Eindelijk kwam hij zoover bij, dat hij begreep, dat hij op moest letten, waar de ganzen hem heen brachten. Maar dat was niet zoo gemakkelijk, want hij wist niet, hoe hij ooit naar beneden zou durven kijken. Hij wist zeker, dat hij duizelig zou worden, als hij dat probeerde. De wilde ganzen vlogen niet heel hoog, omdat hun nieuwe reiskameraad in de allerfijnste lucht geen adem kon halen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek