Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 oktober 2025
Vind je niet, dat het jammer zou zijn, als we ons vestigden op West Vemmenhög en niets meer van de wereld zagen?" "Ik dacht, dat je naar huis wilde, naar Vader en Moeder, en toonen wat je voor een flinke jongen bent geworden," zei de ganzerik.
"Zoudt u niet graag op zoo'n mooie plaats wonen?" zou hij dan zeggen. "Ja, natuurlijk, maar dat is niets voor ons," zouden ze antwoorden. "Ja, dat is het juist. De bedoeling is, dat u dit krijgt, als betaling voor den grooten witten ganzerik, die jaren geleden is weggevlogen," zou hij dan zeggen. De jongen werkte al flinker met den beitel.
"'t Is 't beste maar tevreden te zijn met mijn leven, zooals 't nu is." Hij zei hiervan niets aan den ganzerik, want ze vlogen over Bohuslän met de snelst mogelijke vaart, en de ganzerik hijgde zóó, dat hij geen antwoord had kunnen geven.
Maar dit land, dat op een gescheurde mat leek, wat zou dat zijn? Allerlei vragen kwamen in hem op. Waarom zat hij niet op den rug van den witten ganzerik? Waarom vloog er een zwerm kraaien om hem heen? En waarom werd hij heen en weer gerukt en geslingerd, zoodat hij bijna kapot ging. Op eens werd hem dit alles duidelijk. Hij was weggeroofd door een paar kraaien.
"Zei hij niet, wie hij was?" vroeg de groote witte ganzerik. "Hij was weg, voor ik hem nog bedanken kon. Ik meende, dat Moeder Akka hem had gezonden om me te halen." "Dat was wonderlijk," zei de witte ganzerik. "Ben je er zeker van, dat het een arend was?" "Ik heb nog nooit een arend gezien," zei de jongen. "Maar hij was zóó groot, dat ik hem geen andere naam kan geven."
Nu was de jongen er van overtuigd, dat hij naar huis moest, maar vreemd genoeg mochten de witte ganzerik en hij meê op hun vroegen tocht. De jongen begreep niet wat de oorzaak van dit uitstel was, maar toen maakte hij voor zichzelf uit, dat de ganzen den ganzerik niet wilden wegsturen op zoo'n lange reis, voor hij eerst flink zijn genoegen gegeten had.
Als Niels Holgersson maar gauw om hulp geroepen had, zou de witte ganzerik hem stellig hebben kunnen bevrijden, maar de jongen meende zeker, dat hij zich alleen wel tegenover een paar kraaien kon redden. Hij schopte en sloeg, maar de kraaien lieten niet los, en het gelukte hun met hem op te vliegen. Daarbij gingen ze zoo onvoorzichtig te werk, dat zijn hoofd tegen een tak sloeg.
De jongen vond, dat men hem kon aanzien, ook terwijl hij sliep, hoe trotsch hij er op was, dat hij hier zijn vrouw mocht beschermen in de rotsen van Lapland. Maar ook den witten ganzerik wilde de jongen niet wekken, en hij ging verder. Hij moest vrij lang zoeken, eer hij meer van de wilde ganzen vond. Maar toen merkte hij op een kleine hoogte, iets als een klein grauw boschje gras.
"En weet je Moeder, 't allerbeste van dit alles is, dat we nu niet meer hoeven denken, dat de jongen den ganzerik meênam, toen hij van ons wegging." "Ja, daar heb je gelijk aan! Maar ik ben bang, dat we ze nu vanavond al slachten moeten. 't Is over een paar dagen al St. Maarten, en we moeten ons haasten, als we ze nog op tijd naar de stad willen krijgen."
"Hij heeft verscheiden namen," zei de ganzerik aarzelend; hij wist niet, wat hij zoo gauw zou bedenken, want hij wou niet verraden, dat de jongen een menschennaam had. "Ja, hij heet Duimelot," zei hij eindelijk. "Is hij van het kaboutergeslacht?" vroeg de leidster-gans.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek