Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juni 2025


"Entrez!" riep deze hem toe. "Ge moet mij excuseeren! Ik heb eerst zooeven mijn ablutions voleindigd," zeide hij toen met een fijn lachje en stond in zijn hemd voor hem. "Ik bid u, geneer je niet," antwoordde Lewin en ging aan het venster zitten. "Heb je goed geslapen?" "Als een os. Gaan we vandaag weer op de jacht?" "Wil je thee of koffie drinken?" "Noch het een, noch het ander.

"Geneer je niet Japi, centen genoeg." Japi had ze nog niet gezien. "Goddome", zei i, "vetpot!" "Ze hebben zeker weer wat van je geplaatst". Ik knikte. "Zoo moet je maar doen", zei i, "die kerels zijn toch nergens anders goed voor dan om ons de kost te geven. Ik heb van m'n leven ook nog eens iets geschreven."

Maar nou stane daar 'n boel mensche voor toonbank, en tòch geneer 'k me eige zoo'n beetje, toe die waard, die dat zeker an mijn ziet, blauw-weg zeit: "Och man, schaam u maar niet; ze komme hier allemaal 't eerste an." En ik weg! "Dan valt mijn oog op 'n ordentelijk huis, waar an staat: café Alcazar. En op dat raam geschreve: "ici on parle français."

Ouwe barbaar!” zei Marie, toen oom uitgelachen had; maar in haar oogen tintelde weer een vonkje van de vroegere vroolijkheid, en toen Frits ook een opgeruimd gezicht zette, zijn arm om haar midden sloeg, een kus op haar frissche lippen drukte en schertsend vroeg: „Met uw permissie, oom,” riep de vroolijke zeeman: „Zóó mag ik het zien. Jongens! geneer je niet, ga je koers maar; ik geloof, dat jelui al wijzer wordt.

Betsy liep de kamer op en neer, en stond stil voor een paar staalgravuren, die de Dom te Keulen en de Nôtre-Dame te Parijs voorstelden. Eindelijk wordt zij getroffen door de lijdende gestalte van hare moeder. Zij komt langzaam terug van den wand, en zegt vriendelijk: »Mama! mag ik uw hoed wegleggen? U heeft het te warm! Geneer u toch niet .... wij zijn bij Suze!" »Bij Suze!

"Nunc parvulus Madvigius! qvid tibi videtur de matrimonio?" riep Abel en zwaaide zijn lorgnet. "Voor jou is het maar een kleinigheid dit sommetje uit te werken; jij kent immers je Pythagoras niet waar? Madvigius! Pythagoras, qvi, dixit, se menimisse, gallum fuisse. Alsjeblieft, Mijnheer de professor! ga voort, geneer je niet. Ja, want zooals je ziet, de som is haast af.

"Neem me niet kwalijk, mijnheer," zei mevrouw Deluw middelerwijl op hare beurt tot den binnengekomene, "ik ben zoo van me streek; ik ben mezelve niet." En om het te bewijzen viel zij op een stoel neder. "Ik geloof dat het goed zal wezen dat ik eens in de lucht ga," ging zij voort. "Gêneer u niet, mevrouw!" zei de uit de koets gevallen academievriend van haar echtgenoot.

De tranen staan hem in de oogen en de stem stokt hem in de keel, als hij "bravo!" roept, terwijl hij haar zijn beide handen toesteekt. "Dat is zingen! Augusta, ik dank je...." "Au! je doet me pijn, Dorus!" "O! pardon. Och! neem me niet kwalijk, 't kwam door je eigen schuld; waarom zing je ook zóó! Ja, juffrouw Barbara! lach me maar gerust uit, geneer je niet; ik zie toch wel, dat je 't doet."

"Trek je zwarte rok aan, dan kun je terstond naar gravin Bohl rijden." "Is dat dan noodig?" "Zeer zeker. Hij is ook bij ons geweest. Wat geef je daar nu om? Weet je, je gaat zitten, spreekt eenige minuten over het weer, staat dan weer op en rijdt weg." "Maar je kunt niet gelooven, hoe ik daar afgewend ben, zoodat ik mij bepaald geneer. Waartoe dient het ook.

Haastig grijpt de oude man naar de leuning, en terwijl de vale bleekheid, die zijn gelaat had overtogen, plaats maakt voor een congestieusen blos, wankelt hij een oogenblik en neemt dan plaats. „Ik weet niet wat mij mankeert, meneer Schröder, maar in den laatsten tijd heb ik telkens van die duizelingen, en daarom ben ik zoo vrij om....” „Wel, m’n goeie man, geneer je niet, neem je gemak.”

Woord Van De Dag

zingenden

Anderen Op Zoek