Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Omtrent het midden der maand Juli 1831, lagen er twee compagnies van het 2de Regiment Jagers te Moll, een aanzienlijk dorp in de Kempen, op een paar uren afstand van Gheel. Tot eene dezer compagnies behoorden de sergeant-majoor en de fourier, die te Lichtaert zooveel tot het geluk van Frans Houtman en Lisa Noppe hadden bijgedragen.

De baron wees vooruit en zeide: "Ziet gij ginder, bij de kerk van St.-Dymphna, dien man met zijne groote sabel? Hij is mijn bloedvijand en wil mij dooden. Ik moet vluchten." En de hand als een bedelaar uitstekende, smeekte hij: "Ach, mijnheer de fourier, om 's hemels wille, geef mij haastig twee of drie eenten om wat snuif te koopen!"

Op al andere oogenblikken, wanneer zijn dienst hem vrij liet, was de fourier in zijne kamer of hij wandelde eenzaam door de velden, even onophoudend als den eersten dag door het beeld der prinses vervolgd en gekweld.

"Ha, ik heb het op: de moeder wil Lisa met den zoon van den secretaris doen trouwen?" "Eilaas, neen, de moeder niet." "Maar wie dan?" "Hij, voor wien de geheele wereld nederknielt: God zelf." "Het wat zegt ge daar?" riep de fourier verbaasd. "Ik versta u niet. God wil Lisa met Theodoor doen trouwen? Frans, Frans, ik zou gaan twijfelen aan de vastheid van uw verstand.

Ik werd ter zelfder tijd aangewezen, om in eene nieuwe compagnie van het eerste bataljon mijnen vorigen dienst van fourier te hernemen. Het was met het hoofd onder smart en spijt gebogen, dat ik de woning des kolonels en de stad verliet, om mij naar het dorp te begeven, waar onze compagnie alsdan geherbergd lag.

Zij keerden terug in de gelagkamer; de fourier bleef bij den toog staan, terwijl zijn kameraad den heer met den toegeknoopten jas naderde, en als onverschillig hem zeide: "Het is zeer heet vandaag, niet waar? Een ander weder dan toen Napoleon met zijn groot leger in Rusland...."

En het was blijkbaar aan den stillen, welwillenden glimlach, op het gelaat der redelijke lieden, dat slechts een gevoel van medelijden en liefdadigheid hen dus aanspoorde om de arme, dolende zielen door vriendschap en toegevendheid hun ongeluk te laten vergeten. Dit aandoenlijk voorbeeld verlichtte het gemoed van den fourier.

"Maar toch eens, fourier, zal ik moeten zeggen, wie ik ben en wat mij op het geweten drukt. Welaan, gij zijt een goede kameraad en een bescheiden vriend; ik gevoel den lust om u mijne geschiedenis te vertellen. Het zal den weg verkorten, luister."

"Ha, ha, daarom trok de bedrieger, van toen af, zulk schijnheilig aangezicht!" riep baas Noppe met gramschap uit. Hij verklaarde zich ten volle overtuigd, dat de fourier niets zeide dan de zuivere waarheid; maar de vrouw liet zich zoo gemakkelijk niet overwinnen, alhoewel haar geloof aan het wonder reeds diep was geschokt.

Na de uitstorting hunner blijdschap over dit wederzien, begon de nog ontstelde fourier hem te verhalen, wat zonderlinge krankzinnigen hij onderweg had ontmoet, en bovenal hoe de vraag van den baron, om wat centen voor snuif te bekomen, hem uit zijn lood geslagen had. "Ja," antwoordde zijn vriend, "ik heb van dien baron-bedelaar in mijn logement hooren spreken.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek