United States or Bahamas ? Vote for the TOP Country of the Week !


Gij wordt vervolgd, zeide de luitenant; misschien hebt ge eene misdaad gepleegd en komt gij onze hulp inroepen om aan den arm der wet te ontkomen? Eene misdaad? zeide de Arabier verwonderd en tevens beleedigd; neen, nimmer heeft mijne hand zulk eene laagheid bedreven. Wraakzucht van een bloedvijand is het, die mij vervolgt. Doch waartoe langer met u onderhandeld, wat misschien tot niets leidt.

"Mij toch kan mher Sneloghe niet beschuldigen", riep Disdir Vos. "Getuigt het, heeren, dat ik van den beginne af mij borg heb gesteld voor zijnen moed en zijne bereidwilligheid." "Ik dank u, Disdir", murmelde Robrecht, zonder eenig mistrouwen de hand van zijnen geheimen bloedvijand drukkende. "Nu, zitten wij neder, heeren", sprak Ingelram Van Eessen.

Burchard zou dus in geheime betrekkingen staan met Willem Van Loo? Wat beramen zij? Onze heer graaf, wien deze samenkomsten van Willem Van Loo met Burchard moeten bekend zijn, zal in woede ontvlammen; want Willem, alhoewel hij zich in schijn heeft onderworpen, is hem een bloedvijand, en de graaf weet het wel. Ach, het is eene ongelukkige verwikkeling!

Ik zou u niet raden, in zulk een oogenblik de dwaze drift van den liefhebber te berispen en hierdoor te toonen, dat gij iets boven de Dahlia's schat; want hij zou u een bloedvijand worden, en u zelfs, gedurende zijn gansche leven, het goeden dag weigeren.

Gewis had de goede Sigis niet de Vlamingen willen bestrijden, ware hem de stand der zaken bekend geweest; maar men had hem met veel anderen bedrogen, voorgevende dat de Vlamingen slechte christenen waren, en dat men alzo een goed werk voor God doen zou, indien men hen tot de laatsten uitroeide . Het was op dit tijdstip van het vurigst geloof genoeg iemand van ketterij te beschuldigen, om hem iedereen tot bloedvijand te maken.

De baron wees vooruit en zeide: "Ziet gij ginder, bij de kerk van St.-Dymphna, dien man met zijne groote sabel? Hij is mijn bloedvijand en wil mij dooden. Ik moet vluchten." En de hand als een bedelaar uitstekende, smeekte hij: "Ach, mijnheer de fourier, om 's hemels wille, geef mij haastig twee of drie eenten om wat snuif te koopen!"

Hij beukte met eenen ontzaglijken druk van zijnen schouder de deur open en hief zijn zwaard in de hoogte, om zijnen bloedvijand het hoofd te klooven; maar een dubbele noodkreet klonk hem tegen, en hij zag zijne verloofde en zijne zuster, die in eenen hoek der kamer elkander angstig hielden omarmd. "O, Witta, Dakerlia", riep hij, "staat op, volgt mij, ik kom u redden!"

Die bloedvijand van ons geslacht heeft nu toch zijn doel gemist. Hij meende mij diep te honen en doodelijk te bedroeven ... en hij maakt mij den gelukkigste der menschen! Nu heb ik mijne vrijheid weder. Er is niet meer op terug te komen. Geene macht op aarde kan mij nog dwingen mij voor Placida Van Woumen te vernederen. Dakerlia, Dakerlia zal mijne levensgezellinne zijn!"