Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


"Een verborgen verdriet!" herhaalde de sergeant-majoor, zijnen gezel strak in de oogen ziende; maar evenras begon hij te lachen. "Kom, kom, fourier," gromde hij, "geene dwaasheden: ik ben razend van honger en heb lust om te bijten." "Nog eenige minuten; het is wel de moeite waard.... Zie, daar is eene herberg; de baas staat voor zijne deur; wij zullen hem vragen waar wij moeten zijn."

"Heb ik Brussel verlaten, het was niet om te midden der huizen te wonen.... Ziet gij, ginder verre achter de boomen, den gulden weerhaan niet glinsteren?" "Waar meent gij, mijnheer?" mompelde de fourier, vruchteloos in de aangewezene richting blikkende. "Boven het donker bosch....Het is inderdaad moeilijk te ontdekken, voor iemand die niet juist weet waar mijn kasteel gelegen is." "Uw kasteel?"

De fourier stuurde nog eens eenen blik vol medelijden tot de krankzinnige juffer, en klom dan langzaam de trappen op. In zijne kamer gekomen, zette hij zich bij de tafel, schikte een ontplooid papier voor zich, en meende te schrijven; maar zijne geschokte verbeelding voerde hem weder beneden, in tegenwoordigheid der prinses Ermelinde.

Niet zelden kregen zij, zonder het te vermoeden, eenen zinnelooze tot leidsman, en daaruit ontstonden koddige misgrepen en verrassende tooneelen, die den ganschen dag het voorwerp bleven van de vroolijke scherts der soldaten. Op de Groote Markt zelve, te midden der Westelijke zijde, werd den sergeant-majoor en den fourier van verre hun logement aangewezen.

"Ha, ja, ik ging het nog vergeten, omdat ik er nu maar weinig belang meer aan hecht: er is een negende zot in ons logement gekomen.... het is te zeggen, eene zottin." "Hebt gij ze gezien?" "Ja, een oogenblik." "Jong?" "Dertig jaar misschien; het is moeilijk te raden." "Schoone vrouw, fourier?" "O, neen, majoor, zij heeft verwilderde oogen, hangende lippen en holle wangen. Zij komt van Antwerpen.

De dwerg, een krankzinnig geboren jongen met grooten mond, hangende lip en uiterst dom voorkomen, zette zich op de hurken nevens haar, en beiden bleven zwijgend en roerloos als onbezielde beelden. Met verbaasdheid keken de onder-officiers het ongelukkig meisje aan: op het gelaat van den sergeant-majoor zweefde een glimlach; het hart van den fourier klopte integendeel van angstig medelijden.

Ga er naar toe en wacht er eenige oogenblikken op mij. Ik moet met een rapport naar den adjudant. Gisteren had ik de wacht; er is daar een erge zaak voorgevallen: de korporaal en twee man zullen waarschijnlijk voor den krijgsraad verschijnen. Nu, vraag een glas bier in den Toren. De adjudant zal mij niet lang wederhouden. Tot straks." De fourier stapte over de Markt naar de aangewezen herberg.

Frans hief het hoofd op; tranen blonken in zijne oogen en het was op den toon der diepste bedruktheid, dat hij eenen stillen groet murmelde, waarna hij als beschaamd den blik ten gronde sloeg. "Gij hebt verdriet, nietwaar, Frans?" zeide de fourier. "Ik heb het opgemerkt van den eersten dag onzer komst in uw huis. Wat is het, dat u zoo moedeloos maakt?" Hij bekwam geen antwoord.

Dat deze mannen iets meer waren dan enkele soldaten, kon men wel merken aan de gouden strepen, die op hunnen blauwen kiel glinsterden: de eene had er twee aan de benedeneinden zijner mouwen; de andere slechts eene boven elken elleboog. Wie met de zaak bekend was, kon bij den eersten blik onderscheiden, dat de voorbijgangers onder-officiers waren, namelijk een sergeant-majoor en een fourier.

De sergeant-majoor sleet zijnen meesten tijd in het dorp, hetzij voor zijnen dienst, hetzij in de herbergen, te midden zijner vrienden, terwijl integendeel de jonge fourier al zijne beschikbare oogenblikken op de hofstede en in de omstreken doorbracht, wandelende door de velden, op de heide of in de mastbosschen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek