Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Enjolras, die tot hiertoe gezwegen had, richtte nu het woord tot Courfeyrac. "Ge bedoelt de misdaad door de boete." Het woord "misdaad" overschreed alles, wat Marius, die reeds door de plotselinge oproeping van Waterloo bewogen was, dulden kon.
Enjolras liet bij de deur der herberg een dertigtal straatsteenen opeenhoopen, die, zeide Bossuet, te veel uit de straat waren genomen. Thans was de stilte, aan de zijde van waar de aanval moest komen, zoo diep, dat Enjolras ieder zijn verdedigingspost deed hernemen. Men deelde aan allen een rantsoen brandewijn uit.
De geheele politiek van God is de verzachting der hellingen. Omstreeks dien tijd hield Enjolras, in 't vooruitzicht van een mogelijke gebeurtenis, een geheime monstering. Allen waren in het koffiehuis Musain vereenigd.
Een kanonskogel legt slechts zeshonderd mijlen in het uur af; het licht zeshonderd mijlen in een seconde. Zoo groot is het overwicht van Jezus Christus op Napoleon." "Laadt opnieuw," zei Enjolras. Hoe zou zich de bekleeding der barricade onder den kogel houden? Zou men bres schieten? Dit was de vraag. Terwijl de opstandelingen hun geweren weder laadden, laadden de artilleristen het kanon.
Hij boorde zijn blik tot in het diepst van Enjolras' eerlijk oog en scheen er zijn gedachte in uit te vorschen. Met een glimlach, die de verachtelijkste, krachtigste en stoutmoedigste uitdrukking der wereld had, antwoordde hij met trotschen ernst: "Ik zie wat het is... Nu, ja!" "Gij zijt een spion?" "Ik ben agent van het gezag." "Hoe heet gij?" "Javert." Enjolras gaf dezen vier mannen een teeken.
Dra bereikte hij den elleboog van het kortste gedeelte der straat Mondétour, zooals men zich herinnert, de eenige uitgang, dien Enjolras naar buiten behouden had. Om den hoek van het laatste huis, links, stak hij het hoofd vooruit en schouwde in dat gedeelte der straat Mondétour.
Deze mannen, geheel vervuld met de ernstige en heilige zaak, welke zij verrichtten, dachten niet meer aan den gevaarlijken toestand, waarin zij zich bevonden. Toen het lijk dicht voorbij den onbewegelijken Javert ging, zeide Enjolras tot den spion: "Gij, zoo aanstonds!"
Zij kunnen niet leven dan door tegen een ander te steunen; hun naam is een aanhangsel en wordt niet anders dan met het voegwoordje en geschreven; hun leven behoort hun niet; het is de andere zijde van een bestemming, die de hunne niet was. Grantaire was een dier menschen. Hij was de keerzijde van Enjolras. Men zou schier kunnen zeggen dat reeds in de letters van het alphabet verwantschap is.
"Geef mij dan iets te drinken," zei Javert. Enjolras reikte hem zelf een glas water, en dewijl Javert gebonden was hielp hij hem drinken. "Is dat alles?" vroeg Enjolras. "Ik bevind mij slecht aan dezen paal," antwoordde Javert. "'t Is niet vriendelijk van u dat ge mij den nacht zoo hebt laten doorbrengen.
Stel u voor, dat 't een innemend jongeling is; hij is moedig; men ziet dat hij denkt; die jongelieden der artillerie zijn zeer goed onderwezen; hij heeft vader en moeder, een familie; hij bemint waarschijnlijk; hij kan niet ouder dan vijf-en-twintig jaar zijn; hij kon uw broeder wezen." "Hij is 't," zei Enjolras. "Ja," hernam Combeferre, "ook de mijne. Welnu, dooden wij hem niet."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek