Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Enjolras drukte er het goddelijk recht, Combeferre het natuurlijk recht van uit. De eerste sloot zich bij Robespierre aan, de tweede hield zich bij Condorcet. Combeferre leefde, meer dan Enjolras, ieders leven mede. Zoo 't dien beiden jongelieden verleend ware geweest tot de geschiedenis te behooren, zou de een de rechtvaardige, de ander de wijze geweest zijn.

Men legde de lijken op een hoop in de straat Mondétour, van welken men nog altijd meester was. Op die plek is de straat lang rood geweest. Onder de dooden waren vier nationale garden uit de voorstad. Enjolras liet hun uniformen ter zijde leggen. Enjolras had aangeraden twee uren te slapen. Een raad van Enjolras was een bevel. Evenwel maakten er slechts twee of drie gebruik van.

De dreigende majesteit van den ontwapenden en bewegingloozen Enjolras scheen het tumult te bezweren, en enkel door het gezag van zijn rustigen blik scheen deze jongeling, de eenige, die niet gewond was, trotsch, bebloed, bekoorlijk, onverschillig als een onkwetsbare, dezen heilloozen troep te dwingen, hem met eerbied te dooden.

Enjolras, die deze eigenschap van een aanvoerder had, dat hij steeds deed hetgeen hij zeide, hechtte aan dien zonderlingen vlaggestok den doorschoten en bebloeden rok van den gedooden grijsaard. Geen maaltijd was meer mogelijk. Er was noch brood, noch vleesch. De vijftig man der barricade hadden sedert de zestien uren, die zij hier waren, spoedig den geringen voorraad der herberg uitgeput.

Hij scheen plotseling nuchter te zijn geworden. Hij zette zich met de ellebogen op een tafeltje, bij het venster, aanschouwde Enjolras met onuitsprekelijke zachtheid en zeide: "Laat mij hier slapen." "Slaap elders!" riep Enjolras. Maar Grantaire steeds zijn doffe, teedere oogen op hem gericht houdende, antwoordde: "Laat mij hier slapen tot ik sterve."

"Zonder u was ik doodgeschoten!" hernam Courfeyrac. "Zonder u was ik doodgestoken!" zei Gavroche. Marius vroeg: "Waar is de aanvoerder?" "Dat zijt gij," zei Enjolras. 't Had Marius den geheelen dag in het hoofd gegloeid; nu was 't een storm. 't Scheen hem, dat deze storm buiten hem woedde en hem medesleepte. 't Scheen hem, alsof hij reeds op een verren afstand van het leven was.

Toen de twee barricaden voltooid waren en de vlag er van woei, droeg men een tafel uit de herberg, en Courfeyrac klom op die tafel. Enjolras bracht het vierkante koffertje en Courfeyrac opende het. Dat koffertje was vol patronen. Toen men de patronen zag, doorliep een rilling zelfs de moedigsten, en er ontstond een oogenblik stilte. Glimlachend deelde Courfeyrac ze uit.

Artilleristen dreven het stuk voort; het was zonder voorstel; twee artilleristen hielden het affuit opgeheven; vier waren bij de wielen; de anderen volgden met de kruitkist. Men zag de brandende lont rooken. "Vuur!" riep Enjolras.

Op bevel van Enjolras maakten vier opstandelingen Javert van den paal los. Terwijl men hiermede bezig was, hield een vijfde hem een bajonnet tegen de borst.

Marius voegde er met ernstige stem bij: "Ik ken hem." Deze waarborg was voor allen voldoende. Enjolras wendde zich tot Jean Valjean: "Wees welkom, burger." En hij voegde er bij: "Gij weet dat men hier sterven moet." Zonder te antwoorden hielp Jean Valjean den opstandeling zijn uniform aantrekken.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek