Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


"Wij moeten zuinig zijn met het kruit." "Maak er dan met een mes een einde aan." "Spion," zei de schoone Enjolras, "wij zijn rechters en geen moordenaars." Toen riep hij Gavroche... "Gij, ga aan uw werk! Doe wat ik u gezegd heb." "Ik ga," riep Gavroche. En op het punt van heen te gaan, zeide hij: "Apropos, geef mij zijn geweer! Ik laat u den muzikant, maar geef mij de klarinet."

In dien tijd streed een nationale garde als een zouaaf. De soldaten wilden er een einde aan maken; de opstand wilde strijden. Vol jeugd en gezondheid den dood te verachten, brengt de onverschrokkenheid tot razernij. Ieder bezat in dezen strijd het verhevene van het sterfuur. De straat werd met lijken overdekt. Aan de eene zijde der barricade stond Enjolras, aan de andere Marius.

Enjolras had tot de soldaten geroepen: "Nadert niet!" en een officier, hieraan niet gehoorzamende, werd door Enjolras gedood. Thans was hij op de kleine binnenplaats der barricade, tegen het huis Corinthe, in de eene hand den degen, in de andere de karabijn, de deur der herberg open houdende, welke hij voor de aanvallers versperde. Hij riep tot de wanhopigen: "Er is slechts één open deur. Deze."

Grantaire, in wien de twijfel rondkroop, zag in Enjolras gaarne het geloof opzweven. Hij had behoefte aan Enjolras. Zonder er zich een duidelijk begrip van te kunnen vormen, en zonder dat het hem in de gedachte kwam het te verklaren, bekoorde hem die kiesche, gezonde, standvastige, regelmatige, harde, eerlijke natuur. Instinctmatig beminde hij zijn tegenpartij.

De val van alles rondom hem, vermeerderde Grantaires bewusteloosheid; het gewoel wiegde hem. De soort van stilte, welke het gedrag van Enjolras veroorzaakte, was een schok in dien diepen slaap. 't Was de uitwerking van een galoppeerend rijtuig, dat plotseling stilhoudt. De daarin slapenden ontwaken.

Een nationale garde, die op Enjolras aanlegde, zeide, het geweer latende zinken: "'t Is mij, alsof ik een bloem zou afschieten." Twaalf man vormden een peloton in den hoek tegenover Enjolras, en maakten zwijgend hun geweren gereed. Toen riep een sergeant: "Legt aan!" Een officier trad tusschenbeiden. "Wacht!" En zich tot Enjolras wendende: "Wilt ge, dat men u blinddoeke?" "Neen."

De storm van den aanval was op dit oogenblik met zooveel geweld op Enjolras en de deur der herberg gericht, dat niemand Jean Valjean zag, terwijl hij, den bezwijmden Marius in zijn armen dragende, door de barricade ging en om den hoek van het huis Corinthe verdween.

Hij was, evenals Enjolras, rijk en een eenige zoon. Hij sprak zacht, boog het hoofd, sloeg de oogen neder, glimlachte verlegen, gedroeg zich links, bloosde om niets en was zeer bedeesd. Overigens was hij onverschrokken. Feuilly was een ouderlooze waaiermakersgezel, die met moeite drie francs daags verdiende en slechts ééne gedachte had, de wereld te verlossen.

Overigens was hij niet zeer bevreesd voor de sterkten, allerwege door bijgeloof, despotisme en vooroordeel gebouwd. Hij behoorde tot dezulken, die meenen, dat de wetenschap den toestand zal omkeeren. Enjolras was opperhoofd, Combeferre gids. Met den een zou men hebben willen strijden, met den ander willen gaan.

In de straat des Billettes voegde zich een man er bij, van rijzige gestalte, reeds grijzend, wiens ruw en stoutmoedig voorkomen Courfeyrac, Enjolras en Combeferre in 't oog vielen, doch dien geen hunner kende. Gavroche, die onder 't marcheeren druk in de weer was met zingen, fluiten, neuriën en met den knop van zijn pistool tegen de vensterluiken te kloppen, sloeg op dezen man geen acht.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek