Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Dat fanatisme was geen idee, of geen dogma; geen kunst, of geen wetenschap; 't was een man: Enjolras. Dezen bewonderde, beminde en vereerde Grantaire. Bij wien sloot zich deze bandelooze twijfelaar, in dezen phalanx van absolutisten aan? Bij den meest absoluten van allen. Op welke wijze onderwierp Enjolras hem? Door zijne ideeën? Neen. Door zijn karakter.
Bahorel, die juist Bossuet antwoordde, wilde zijn geliefkoosde classieke houding weder aannemen. Door het luisteren vergat hij het echter. Enjolras, wiens blauwe oogen op niemand gevestigd waren en in het ledige schenen te staren, antwoordde zonder naar Marius op te zien: "Frankrijk heeft geen enkel Corsica noodig om groot te zijn. Frankrijk is groot, omdat het Frankrijk is. Quia nominor leo."
Bleek, met blooten hals, verward haar, had Enjolras op dit oogenblik, met zijn vrouwelijk gelaat, iets van de Themis der Ouden. Zijn opgezette neusvleugels, zijn nedergeslagen oogen gaven aan zijn streng grieksch gelaat die vertoornde en verheven uitdrukking, welke, volgens de zienswijze der oude wereld, aan de gerechtigheid betaamt.
"Het lastige dezer stukken moet noodzakelijk verminderd worden," zei Enjolras en hij riep: "Vuur op de artilleristen!" Allen waren gereed.
"Burgers," zei Enjolras, "wat die man heeft gedaan, is vreeselijk; en wat ik heb gedaan, is afschuwelijk. Hij heeft gemoord, en daarom heb ik hem gedood. Ik moest het doen, want de opstand moet zijn krijgstucht hebben.
"Welaan," hernam Combeferre, "ik zal mijn zakdoek aan mijn stok binden en als parlementair hun de uitwisseling van beide mannen voorstellen." "Luister!" zei Enjolras, zijn hand op den arm van Combeferre leggende. Aan het einde der straat klonk een onheilspellend wapengekletter. Men hoorde een mannelijke stem roepen: "Leve Frankrijk! leve de toekomst!" Men herkende de stem van Prouvaire.
Combeferre, die naast Enjolras stond, beschouwde dien jongeling. "Hoe jammer!" zei Combeferre. "Dit bloedvergieten is afschuwelijk! Helaas, zoodra er geene koningen meer zijn, zal er geen oorlog meer wezen. Ge mikt op dien sergeant, Enjolras, maar ge ziet zijn gelaat niet.
Enjolras, die de gansche barricade in het hoofd had, spaarde en beveiligde zich; drie soldaten vielen de een na den ander onder zijn schietgat, zonder hem zelfs gezien te hebben. Marius streed ongedekt. Hij maakte zich tot een mikpunt. Meer dan ten halve lijve kwam hij boven de barricade uit. Niemand is verspillender dan een vrek, die tot buitensporigheden overslaat.
Hij was echter niet volkomen overtuigd, maar deed zich zelven de vraag: "Is dit niet die inspecteur van politie, die mij zeide, dat hij Javert heette?" 't Was misschien nog tijd om ten gunste van dien man tusschenbeide te komen. Maar vooraf moest hij weten, of 't werkelijk deze Javert was. Marius riep Enjolras, die zich aan het andere einde der barricade geplaatst had: "Enjolras!" "Wat?"
Enjolras was mannelijker, Combeferre menschelijker. Homo en Vir, mensch en man, was werkelijk wat hen onderscheidde. Combeferre was even zacht als Enjolras streng was van nature. Hij beminde het woord burger, maar gaf aan het woord mensch de voorkeur.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek