Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juli 2025


En ze streelde langzaam het donkere haar van den prins, die tot haar opzag. Ik moest, Elze! Ik moest wel!... Zeg... dit is de Liefde zeker... want nu ben ik gelukkig! Toen zag Elze hem diep in de oogen en knikte met een wonder lachje.

Elze schudde weemoedig haar kort-lokkig hoofd. Ze nam een oude viool van den wand, die ze mee wilde nemen, om op een reizend muzikant te lijken. Na een vermoeienden tocht kwam ze bij het paleis van den koning, waar ze bleef wachten. Een der wachters van het paleis vroeg haar, wat ze wilde. Den koning zien, zei ze. Je bent moe! Ja; ik kom van heel ver.

Help me dan aardbeziën plukken. Je bent zeker verdwaald! Kom, als mijn mandje vol is, zal ik je mee naar huis nemen. Vader heeft een moeden vreemdeling nog nooit rust en lafenis geweigerd. Elze trok den prins plagend mee aan de hand, door het dichte kreupelhout, vroolijk lachend om de booze takken, die hen soms niet dóór wilden laten en nijdig achter hen dicht sloegen.

Waarom vader? Mijzelven beklaag ik, omdat ik pas tegen het einde van mijn leven zie: dat de dwaasheid der Liefde de hoogste wijsheid is; en den koning beklaag ik, omdat hij de Liefde niet ziet nu zij het schoonst is!... Gij, Elze, zijt een heilige!

Ja, zei Elze; en reikte met afgewend gelaat den prins de teugels over. Zonder haar aan te zien reed hij weg ... terwijl Elze op haar knieën zonk, en de witte duiven haar als een witte sneeuwval bedekten. Ze jaagde hen heen, en ging het huisje in, waar ze bij het houten Christusbeeld neerknielde. Nu zal hij niet weerkomen, dacht ze; maar dood ben ik nog niet!...

Haar golf-haar viel zwaar naar voren. Wat heb je mooi haar! zei de prins. Zoo zacht en lang! Elze bloosde van genoegen. Vader zegt nog wel, dat ik het moet opsteken of afknippen! Maar ik begrijp niet waarom.... Neen; dat zou jammer zijn. Mag ik... mag ik het even aanraken.... Elze zweeg. Toen wendde ze haar hoofd af, en zei: Och! waarom niet!

"Een vreemd heer, ik ken hem niet," antwoordde tante; daarop zette zij plotseling haar kopje neer, schoof haar bril iets lager en zag daarover heen naar den weg aan de overzij van het water. "Heilige God," zeide zij, "was dat Sanna niet, Nelly, die daar onder de boomen liep? Zij is nu achter die elze- en wilgeboomen ik heb haar in langen tijd niet gezien, maar het scheen mij haar gang toe.

Als hij zijn oogen sloot, zag hij de witte duiven al dalen op het witte kleedje, en op het blonde hoofdje; zag hij het Christusbeeld vriendelijk neerzien in het zonnig vertrekje, waar Elze heen en weer ging, lief en ijverig; en zichzelf zag hij zitten, en voelde zijn oogen getrokken door al wat zij deed, en zag den wonderen glans die haar omgaf, duidelijk alsof zij bij hem was.

Een beetje voorzichtig ging de prins zitten, op een van de eenvoudige houten stoelen, die er zoo helder uitzagen alsof ze pas nieuw waren. Voor het raam stonden bloeiende planten; en een groot, houten Christusbeeld zag vriendelijk in het zonnige vertrekje neer. Overal hingen mooi-gedroogde varens, ook glanzend-gele hopranken, en roode eikeblaren. Elze dekte vlug de tafel.

En als de prins en zij, bij vergissing, hetzelfde vruchtje wilde grijpen, vermengde hun beider lachen zich, en dan raakten de diepe, wachtende hemelen in beider oogen even elkaar aan. Dan bleven de zoekende handen een poos samen, en vergaten het schalks uit de blaren kijkende vruchtje, tot beiden blozend en verward de oogen neersloegen, bang van vreugde. Eindelijk zei Elze: Zie, ik heb genoeg.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek