Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Opdat die grillige vrouw dáár zoo weinig mogelijk het drukkende der armoede zou gevoelen, en al was het ook maar gedeeltelijk, zóó zou kunnen leven als vroeger; zij zond elken avond Sanna met thee en koudvleesch naar boven terwijl Nelly en zij zich met een eenvoudige boterham tevreden stelden.

Mij ziet niemand uwer ooit weer denk niet te slecht over mij! Het gouden hart had ik omgehangen, dewijl mijne meesteres het mij bevolen had; zij zeide mij, dat het slechts eene grap met Lisette was. Sanna was er bij gij kunt het haar navragen. God moge het mij vergeven; ik heb zoo iets kwaads nooit willen doen. Franciska."

Terwijl de jonge meisjes zulke woorden in de ziekenkamer wisselden, zat de oude barones peinzend boven in hare kamer. "Eenmaal moet het toch zijn," sprak zij ten laatste halfluid, "ik moet met hem spreken, wat er nu dan toch gedaan moet worden." Zij stond op en belde. "Ik verzoek mijn kleinzoon hier te komen," beval zij Sanna kortaf en onvriendelijk, en ging weder zitten.

"Een vreemd heer, ik ken hem niet," antwoordde tante; daarop zette zij plotseling haar kopje neer, schoof haar bril iets lager en zag daarover heen naar den weg aan de overzij van het water. "Heilige God," zeide zij, "was dat Sanna niet, Nelly, die daar onder de boomen liep? Zij is nu achter die elze- en wilgeboomen ik heb haar in langen tijd niet gezien, maar het scheen mij haar gang toe.

"Nu," merkte deze aan, "gij moogt het wel voor u houden, juffer Sanna; wat raakt het mij, of die tante dood is of niet. Maar daarom behoeft gij het arme kind niet zulk een schrik aan te jagen met uw doodsbericht, het was vroeg genoeg als zij het te huis vernam." "Ik heb met u niets te maken; ik doe slechts wat mijne meesteres mij beveelt," antwoordde de oude dienstbode minachtend.

Vijftiende Hoofdstuk. De oude barones verbeidde in haar kamer ongeduldig de komst van haar kleinzoon. Reeds driemaal had Sanna bij de dames beneden naar hem gevraagd, en telkens was zij met het bericht bij hare meesteres teruggekeerd, dat de luitenant nog niet van zijne wandeling terug was. "God sta mij bij!" klaagde de oude dame, "wat zal er van hem, wat van ons worden?

"Uwe grootmoeder is zeer boos, dat gij niet te huis waart, zóó boos, dat ik maar aanstonds hier heen ben geloopen, omdat mevrouw uwe moeder meende, dat gij wel weder naar den molen gegaan zoudt zijn, en Hendrik had geen tijd; hij moest brieven naar de post brengen." "Zeg het toch, Sanna!" bad Nelly, en zag de magere vrouw angstig aan, "is er iemand ziek, of zijn er slechte tijdingen gekomen?"

Ziet gij, waarlijk zij is het," en zij wees op de groote vrouw, die met het, donker gewaad en wit voorschoot over de brug kwam. "Sanna!" riep Nelly, en sprong op, "mijn God, wat is er toch gebeurd?" "Mevrouw de barones laat vragen," klonk het met een vreemd accent uit den mond der oude dienstbode, "of de freule niet dadelijk bij haar wil komen."

"Wat uwe barones zegt, is mij totaal onverschillig," verklaarde tante, "en uwe Italiaansche scheldnamen kunt gij wel sparen; die versta ik niet; maar één ding moet ik u toch nog zeggen, juffer Sanna, nu het toeval ons te zamen brengt ik heb er lang naar verlangd, het te kunnen doen; gij en uwe barones hebt eene zonde op uw geweten, die ten hemel schreit.

"Tante! tante!" riep de vrouw des huizes met angstige stem uit het venster. "Aanstonds, Mientje!" antwoordde zij en nam het koffieblad op; "ik kom al. Gij weet, wij oudjes praten gaarne over den ouden tijd, vooral als men elkander in zulk een langen tijd niet gezien heeft, als juffer Sanna en ik," en dit zeggende ging zij in huis, zonder verder om te zien.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek