Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
Hij kan slechts vreugde in lijden vinden, geen ander genot dan in smart. De jonge gravin Elisabeth was eenmaal een van hen, die den ruwen mantel droegen en den weg der doornen gingen. Haar hart klaagde haar aan. Zij smachtte naar lijden, als de vermoeide naar een verkwikkend bad. Nood en ellende bracht zij over zich, en jubelend daalde zij neer in den nacht van smart.
Zij had werkelijk "het hecht in handen," bedacht Geoffrey. Als zij hem werkelijk eens een proces tot echtscheiding aandeed? Zij moest het voorgevallene vernomen hebben, hoe wist zij er anders van? Klaarblijkelijk was iemand van het geheele tooneel getuige geweest, waarschijnlijk Elisabeth of de dienstmaagd, en had die het aan Honoria, en mogelijk aan anderen, verraden. Dit denkbeeld beangstte hem.
"Wees daar niet ongerust over, Honoria," antwoordde hij; "Effie en ik zullen wel goed met elkaar terecht kunnen." Nu was het Elisabeth aan te zien dat zij op een inval kwam. Zij zat naast haar vader, en fluisterde hem iets toe.
"Op Zondag behoort men stil te zijn, Effie," antwoordde Beatrice. "Dat geloof ik, ten minste." Elisabeth, die streng godsdienstig was, fronste bij dit gezegde het voorhoofd. Zij wist dat haar zuster het niet meende. "Wat ga je van middag doen, Beatrice?" vroeg zij.
Hij was het die, toen Elisabeth van Engeland met Philips II van Spanje over den vrede onderhandelde, de Staten noopte tot de verklaring, dat zij liever wilden ondergaan dan vrede sluiten; hij bood ook aan den aandrang der voorvechters van de volkssouvereiniteit krachtig het hoofd, wijl hij overtuigd was, dat de onafhankelijkheid der gemeenten de krachten der natie versnipperen en haar tot verderen tegenstand onbekwaam maken zou.
Ik heb ook nooit geweten dat je een slaapwandelaarster waart, en je zegt ook niet dat je hem niet liefhebt dien schelm. 't Is slecht van Elisabeth heel slecht, zoo iets te vertellen; maar nu het verteld is, hoe kan ik nu zeggen dat ik het niet geloof?" Daarop liet Beatrice weder het hoofd hangen haar beker was tot overloopens vol en zij wilde heengaan.
Hoe zul je je staande houden, als ik niet meer steun? Jij, Melchior Sinclaire, met je ijzeren vuist, die je je vrouw laat voelen, neem je in acht! Predikant van Broby, nu komt je straf? Uggla, pas op je huis; de armoede komt! Jonge, mooie vrouwen daar, Elisabeth Dohna, Marianne Sinclaire, Anna Stjärnhök, meen niet, dat ik de eenige ben, die uit zijn huis verdreven zal worden.
Maar omdat ze juist in een van de kamers zitten, waar gravin Elisabeth de gordijnen van juffrouw Marie heeft opgehangen, begint de gravin ook haar historie te vertellen. En ze doet het zoo vermakelijk als ze kan. "Ja," zegt ze eindelijk, "zóó slecht ben ik. Hier hangen nu die gordijnen, opdat ik iedren dag aan mijn zonde zal denken. 't Is een ontzettende boete. Brr, dat afschuwelijke knoopwerk!"
Elk hulpmiddel van de geneeskunde, warme lucht, wrijving, kunstmatige ademhaling, electriciteit, alles werd aangewend, maar te vergeefs. Elisabeth, die er met een strak en bleek gelaat bij stond, gaf alles aan wat er noodig was. Zij hield niet veel van haar zuster; haar belangen waren met elkander in strijd, of ten minste zoo dacht zij, maar die plotselinge dood was akelig.
Gesteld eens, dat Beatrice u niet waardig was, zoudt gij dan toch met haar willen trouwen?" Owen Davies was eigenlijk in zijn hart wel wat bang voor Elisabeth, evenals de meeste menschen, die het voorrecht hadden haar te kennen. Ook was hij zoo dom niet, of hij vermoedde wel eenigszins, dat Elisabeth iets in haar schild voerde, wat, wist hij niet. "Neen, natuurlijk niet," zeide hij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek