United States or Cabo Verde ? Vote for the TOP Country of the Week !


Laat haar nu rusten terwijl zij kan, in afwachting van wat er zal komen. Met een zucht over alles, dat was, en alles wat had kunnen zijn, legde Beatrice zich te bed, en sliep weldra zoo rustig als een kind. Hoofdstuk XXVII. Het Lagerhuis. De volgende dag was Zondag. Beatrice ging niet naar de kerk. Eén reden daarvoor was dat zij bevreesd was er Owen Davies te ontmoeten.

Ik heb langs het strand geloopen en haar bootje 't onderste boven gevonden," en hij legde den doorweekten schoen op de tafel. Nu ontstond er een diep stilzwijgen, te midden waarvan Owen Davies met woesten blik en verwarde haren de kamer binnenstormde. "Is het waar?" riep hij uit; "zeg het mij het kan niet waar zijn dat Beatrice verdronken is.

Zich zoo snel om wendende dat Owen er van schrikte, zeide zij: "Als ge mij dan volstrekt spreken wilt, mijnheer Davies, zal ik Zondagnamiddag om vier uur op het Amphitheater, die hoogte tegenover de Roode Rotsen, zijn, maar ik had veel liever dat ge niet kwaamt. Meer kan ik niet zeggen." "Ik zal komen," antwoordde hij op stroeven toon, en nu waren zij bij het schuitenhuis.

"Wie was daar aan de deur?" vroeg hij. "Mijnheer Davies van Bryngelly Castle, vader." "En wat kwam mijnheer Davies hier op dit uur van den avond doen? Naar Beatrice vragen?" "Ja," antwoordde zij langzaam, "hij kwam naar Beatrice vragen, of juister gezegd, hij heeft drie uur in den regen staan wachten om te hooren of zij bijkwam."

"O, wees nu maar niet zoo godsdienstig in den mond, wees het liever in je daden!" zeide haar vader, ditmaal uit zijn zwakke zelfzucht gewekt. "Wij hebben allen beloofd deze week te zwijgen." Toen verliet Beatrice de kamer, en na haar Owen Davies, zonder een woord meer te zeggen. "Elisabeth," sprak haar vader, "wat je daar gedaan hebt, is slecht! Waarom deed je het?"

Maar als ik er toe in de gelegenheid ben, zal ik haar zeggen wat ge mij gezegd hebt. Het overige laat ik aan uzelven over. Goeden morgen, mijnheer Davies." Hij wendde zich om, en liep heen, terwijl Owen hem nastaarde. "Ik geloof hem niet," bromde hij bij zichzelven. "Hij zal beproeven haar tot zijn minnares te maken. O, God sta mij bij daar kan ik niet aan denken!

Welk een genadige redding! En als Beatrice gestorven was, had het kerspel een andere meesteres op de school moeten hebben, en wij zouden het salaris kwijt zijn. Wij hebben veel reden om dankbaar te zijn, Elisabeth." "Ja," zeide Elisabeth zeer bedaard, "dat hebben wij." Hoofdstuk VI. Owen Davies te huis. Met een luchtig hart liep Owen Davies huiswaarts.

Wel, mijnheer Davies, als ge een oogenblik werkelijk hadt kunnen denken dat die lieve Beatrice zich aan zoo iets schandelijks als een minnarij met een getrouwd man schuldig zou hebben gemaakt, zoudt gij haar dan ten huwelijk gevraagd hebben? Zoudt gij er nog aan denken zulk een meisje als zij dan zijn moest te vragen uw vrouw te worden?"

Dus gingen zij naar de pastorie, Granger verheugd en toch een weinig verlegen, want er was in de geheele manier van doen iets, dat hem wel wat vreemd voorkwam, en Owen Davies stilzwijgend of nu en dan bij zichzelven iets mompelende. In de huiskamer vonden zij Elisabeth. "Waar is Beatrice?" vroeg haar vader.

Schandaal wat gaf hij om schandaal? Als hij zijn zin had, zou er juist schandaal zijn, want hij zou dien Owen Davies verslaan, dat ondier, dat zich niet ontzien had een vrouw angst aan te jagen om het bevredigen van zijn wellust te bevorderen ja, hij zou hem naar het vasteland sleepen en hem daar dooden. Wraak was het eenige, wat hem overbleef!