United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


De oude Eduard zal u voor een sixpence overroeien," en zij ging hem voor naar een plaats op het strand, waar de oude Eduard van den vroegen ochtend tot den avond in zijn boot zat te wachten op iemand, die overgeroeid wilde worden. "Eduard," zeide de jonge dame, "hier is de nieuwe eigenaar van het kasteel, mijnheer Owen Davies, die er heen geroeid wil worden."

In een oogenblik was elke bizonderheid van het plan Elisabeth duidelijk, en toen kwam zij er mee voor den dag. "Ge moet niet naar mijnheer Davies gaan, vader," zeide zij, "hij is vrekkig en zou u weigeren, en dat zou u maar in een valsche positie brengen; gij moet naar mijnheer Bingham gaan. Luister: hij is nu rijk, en hij houdt veel van u en van Beatrice.

De boer was een pachter van Owen Davies, en toen hij haar, met kiesche toespeling op haar talent van afpersen, een "bloedzuiger" had genoemd en meer dergelijke liefelijke uitdrukkingen gebezigd had, dacht zij misschien niet onnatuurlijk, dat als zeker iets wat toch niet bepaald tot de onmogelijkheden behoorde mocht gebeuren, zij het dien pachter wel zou inpeperen.

"Hij zegt dat hij mijnheer Owen Davies is." "Welnu, misschien is hij het, en misschien is hij het niet; in allen gevalle gaat het mij niet aan, en een sixpence is een sixpence." Dit alles hoorde de ongelukkige Davies, en het bracht hem juist niet meer op zijn gemak. "Kom, mijnheer, als gij maar wilt," zeide Eduard, terwijl hij zijn boot naar de branding trok.

Dan zou zij hem leeren vergeten, of ten ergste, nog slechts met een flauw gevoel van leedwezen aan hem denken. Ja, het mocht kosten wat het wilde, daar zou hij zich toe dwingen, voordat werkelijk kwaad het gevolg was. De eenige vraag was, zou hij niet verder gaan? Zou hij haar niet zeggen dat zij wel zou doen met Davies te trouwen? Over deze moeilijke vraag peinzend, viel hij in slaap.

Hij aarzelde een oogenblik en zeide toen: "Zoudt gij zoudt gij zoo goed willen zijn uw zuster te zeggen ik bedoel, natuurlijk, als zij sterker is dat ik naar haar ben komen vragen?" "Mij dunkt, dat gij dat zelf wel kunt doen, mijnheer Davies," zeide Elisabeth bijna lomp. "Ik bedoel, dan zal het meer gewaardeerd worden," en zij keerde zich om. Owen Davies waagde het niet iets meer te zeggen.

Neen, haar vader moest tot elken prijs verhinderd worden hulp bij Owen Davies te zoeken. En toch moest het geld ergens van daan komen, of zij waren geruïneerd. Ha, zij had er iets op gevonden! Geoffrey Bingham moest het geld leenen!

Lucy was in één verrukking over de onderscheiding, die haar te beurt viel; en haar zuster was overal in de wolken, waar ze maar met Dr. Davies werd geplaagd. Het diner was deftig, de bedienden talrijk, en alles verried Mevrouw's neiging tot vertooning maken, en Mijnheer's bereidwilligheid om aan die neiging te voldoen.

"Mijnheer Granger," hernam hij, zijn hand grijpende. "Ik wil Beatrice tot mijn vrouw maken ja, dat wil ik werkelijk!" "Wel, ik heb ook niet anders voorondersteld, mijnheer Davies." "Als ge mij daarin helpt, zal ik in geldzaken en dergelijke alles doen wat ge maar wilt. Zij zal een zoo mooie lijfrente hebben als een vrouw maar hebben kan.

"Wilt ge dat weten, vader?" zeide zij koel; "dan zal ik u zeggen waarom. Omdat ik voornemens ben zelve met Owen Davies te trouwen. In deze wereld is ieder zichzelf het naast, dat weet ge wel; dat is een stelregel, dien gij ook nooit vergeet. Ik ben van plan met hem te trouwen; en al schijnt mij dat mislukt te zijn, met hem trouwen zal ik toch!