United States or Chile ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ronduit gezegd, was zij bang dat Davies van de gelegenheid gebruik zou maken om haar zijn hart en zijn hand aan te bieden, wat haar nachtmerrie was. De weg naar Eduard's schuitenhuis liep door het dorp, en zij wist wel, dat hij daar zijn aanzoek niet zou doen.

"Waar ging zij heen, toen zij uitging?" vroeg Geoffrey. Dat wist Betty niet, maar zij dacht dat Miss Beatrice was gaan roeien. Zij had, ten minste, haar tennis-schoenen aangedaan, wat zij altijd deed als zij uit roeien ging. Nu begreep Geoffrey het maar al te wel. "Ga mee naar het schuitenhuis," zeide hij. Zij gingen naar het strand, waar op dit uur nog niemand was, behalve eenige werklieden.

Zij zette haar hoed op, trok haar jacquet aan, nam een postzegel, een vel papier en een enveloppe mee, en sloop stil het huis uit naar Eduard's schuitenhuis, waar het bootje lag.

"Ja, lieve, meer dan jij kunt tellen," antwoordde hij, en daar was het gesprek mee uit. Nu kwamen zij aan een schuitenhuis. Hier was een man de oude Eduard bezig een bootje te kalfateren. Geoffrey zag er naar, en herkende het bootje van Beatrice. "Kijk, Effie," zeide hij, "dat is de boot, waaruit ik in het water ben gevallen." Effie zette groote oogen op en staarde op het broze vaartuigje.

Zich zoo snel om wendende dat Owen er van schrikte, zeide zij: "Als ge mij dan volstrekt spreken wilt, mijnheer Davies, zal ik Zondagnamiddag om vier uur op het Amphitheater, die hoogte tegenover de Roode Rotsen, zijn, maar ik had veel liever dat ge niet kwaamt. Meer kan ik niet zeggen." "Ik zal komen," antwoordde hij op stroeven toon, en nu waren zij bij het schuitenhuis.

De vloed was hoog; hij was tot binnen acht meter van het schuitenhuis gestegen. Zij deed de deur open, sleepte haar bootje er uit, en deed de deur weder achter zich dicht. Het vaartuigje was licht, en zij was sterk voor een vrouw. Zij trok het bootje aan den ketting van den voorsteven langs het strand voort, totdat het te water was, terwijl de brekende golven haar schoenen nat maakten.

En het kind zag op, huiverde glimlachte en sliep. Beatrice gaf het aan de weenende ouders terug, en ging heen. "Een engel van een meisje," zeide de dokter bij zich zelven, terwijl hij haar nastaarde. "Ik heb nooit zoo'n vrouw gezien zij is anders dan andere vrouwen." Intusschen ging Beatrice naar het schuitenhuis van den ouden Eduard.

Bij het schuitenhuis ontmoetten zij den ouden Eduard, die daar met een sleutel in de hand liep. "Mijn Hemel, mijnheer!" zeide hij. "Gij hier! Wat komt gij hier zoo vroeg doen?" "Is Miss Beatrice gisterenavond met haar bootje uit geweest?" vroeg Geoffrey, met een heesche stem. "Neen, mijnheer, zoover ik weet, niet.

Hebt gij het gelezen?" "Neen, maar ik heb het opengesneden. Ik heb met Darwin niet veel op, zooals ge weet. Zijn richting houd ik niet voor de juiste. Mag ik de boeken voor u naar huis dragen?" "Zeer vriendelijk van u, maar ik ga niet rechtstreeks naar huis; ik ga naar het schuitenhuis van den ouden Eduard, om naar mijn bootje te zien."

Mijn zoon heeft gisterenavond het schuitenhuis gesloten, en hij zal er wel eerst in gekeken hebben. Wat! Gij bedoelt toch niet Wacht, we zullen het dadelijk weten. O, God! het bootje is weg!" Een akelig stilzwijgen volgde hierop. De oude Eduard brak het af. "Zij is verdronken, mijnheer, ja, zoo is 't, ik heb wel gezegd dat het daar eenmaal toe komen zou!