Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Gij ziet hier dezen brief? hier, neem hem, bid ik, En geef den koning dit verderflijk schrift. Vraag thans niet meer, wij worden reeds bespied; Daar komt een deel des buits, waarop wij hopen, Die van het nakend doodsuur nog niet droomt. TAMORA. O lieve Moor, mij liever dan het leven!
"Hij doet het? Wat meen je?" "Wat? Wel Armelo, denk toch eens door.... zóóveel kamers, zóóveel ruimte voor twee personen!" Armelo antwoordde niet. Het hoofd ging hoe langer hoe meer voorover. 't Is hem tegenwoordig precies alsof hij overdag een boek leest, en 's nachts droomt dat hij er zelf in vermoord wordt.
Dan droomt en dommelt zij weer voort, de uitgestorven stad met haar ledige haven, aan het strand der stille Zuiderzee, wier zilvergrijze wateren niet langer door de schepen harer kooplieden en reeders worden gekliefd. Slechts nu en dan dwaalt een vreemdeling door hare zwijgende straten, langs hare pittoreske grachten.
"Zeg mij dan," vervolgde hij, terwijl hij dicht bij haar kwam staan en met teederen glimlach op haar neerzag, "wat u dit jaar u als geluk droomt." Een gloeiende blos overtoog opnieuw haar gezichtje, zij sloeg de oogen neer en bleef het antwoord schuldig. Want voor haar was maar één geluk mogelijk: zijne liefde. "Kunt u ook raden wat ik mij als geluk droom?" vroeg hij zacht.
De mensch, in ’t malsch en mollig mos gezonken, Trekt uit de zwarte schaduw niets dan zwoelte, Hij hijgt naar koeler adem, droomt van koelte.... Daar doet een bries de abeele-loovren trillen, De lauwe vliet en ’t riet van weelde rillen.... Natuur heeft leven uit de lucht gedronken!
En aan hun voet kabbelt de kleine beek, en droomt de blanke veldbloem, en de engel des vredes schrijdt met zachten tred en uitgespreide vleugels over het aardrijk heen. Maar hoort ge daar niets? 't Was de nachtwind maar, die in het struikgewas ritselt. Neen, 't is toch de nachtwind niet. Het geruisch komt uit de verte, en het klinkt anders dan het geritsel van den wind in het gebladerte.
En toch, verliefde donna's, moet gij weten, dat het een algemeene neiging is van elk levend wezen verschillende dingen in een droom te zien, welke, hoewel zij aan hem, die droomt zeer waar schijnen, wanneer hij ontwaakt sommigen hem waar, anderen waarschijnlijk voorkomen en voor een deel met elke waarheid tegenstrijdig zijn; toch bevindt men, dat velen zijn uitgekomen.
Doch, nu buigt hij niet meer. "'t Hem, kehem!" kucht hij eenige malen steeds luider en krachtiger, ofschoon gedempt. Doch helaas, het baat hem niet! Zij slaapt! O zij slaapt!! Edele spruit! droomt zij wellicht, en ziet ze met haar zielvol geestesoog den man die haar.... enfin.... aanbidt, die háár, en al wat het hare is, liefheeft als zich zelf?
Zij vouwt haar wollen halsdoek dubbel toe op hare borst en verzinkt in gedachten. Zij droomt van de toekomst. Zij reist op den spoortrein; de loop van het rijtuig geeft haar zulken indruk. Hij die nevens haar zit is René niet, het is Léon Duval. Léon is tenger van gezondheid, hij hoest, de avondkilte doet hem kwaad, zij sluit het venstertje zorgvuldig en strikt een zijden doek om zijnen hals.
Het was de Keizerin en het waren Domitilla, Crispina, Fabulla. Wat is er? vroeg de Keizerin, angstig. Niets, Augusta, zei Earinus; de Keizer heeft Cecilius ontboden.... Om te dansen? Om te dansen, Augusta. Crispina naderde haar zoon. Cecilius, zeide zij; Cecilianus laat je zeggen, dat hij droomt van je.... Zij schikte zijn vergulde rozenkrans recht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek