Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Ik heb er al twee nachten over liggen denken. Ik heb zulk eene akelige pijn en zulk een vreemd gevoel." "Och, Marie, ge zijt hypochondrisch. Ik geloof het niet dat het eene hartkwaal is." "Dat gij het niet gelooft kan ik wel denken, en had ik ook wel verwacht," antwoordde Marie. "Gij kunt u ongerust genoeg maken als Eva maar kucht of haar het minste scheelt, maar om mij denkt gij nooit."
"Hm! zoo; maar weet je wel zeker, juffrouw, dat deze jongen Dorus Makko is, de zoon van den hondenscheerder?" "Heerem-ensch, meneer!" Strijkman kucht bedenkelijk en snuit herhaaldelijk zijn neus. "Meneer de avekaat, kijkt uwé dien jongen eens goed aan, en zie dan eens, of een mensch zich daarmee vergissen kan. Zoo'n bult vind je niet alle dagen, en dan zoo'n fyselomie.
Maar als ik toevallig even opsta om den waterketel op te nemen, zie ik, dat hij met de oogen dicht achter de krant zit en niet leest. Hij schrikt op. Ik vraag hem niets. Ik voel dat hij zelf spreken zal. "Je kucht leelijk, jongen." "Ja, ja...." In de kamer het vroolijk gegiegel van de zon door de gordijnen, het rinkelen van 't lepeltje in den kop, het tikken van 't mes op het bord.
"Ik zoe 't nog 'n joar uitstellen," antwoordde hij. "Whèn nog al wa heui over van passeerde joare en die semiek 'n es toch dikkels moar vervalschten kucht." "Hawèl joa, we zillen nog 'n joarke wachten." Hij knikte met het hoofd en was weg. Zij voelde 't wel, zij was geheel en al, voor wat 't beheer der boerderij betrof, aan zijn wil en besluiten overgelaten; zij zelve had er geen verstand van.
Doortje wenscht zich vuurrood geworden desnoods in de mêltrog . De baron schijnt den zolder al zeer zwart te vinden; het is alsof zijn oogen dien weerspiegelen; en Alfred hij kucht, bevoelt zijn gemarmerd aangezicht, maar zegt toch ten laatste, hoewel bijna onverstaanbaar: "Nu ja dan: wij zijn hier gekomen om...." "Jij bent hier gekomen!" roept de baron: "Spreek wat harder!"
"Het had erger kunnen zijn," zei Haeften. En de vrouw van Becker zeide het hem na, maar eens, het was in den nawinter, ontwaakte zij midden in den nacht: "Wie kucht daar? Becker! Becker!" Hij schonk een glas water in, en leegde het in een paar teugen. "Wat scheelt er aan?" en, daar zij geen antwoord kreeg, werd zij eensklaps wakker of het uchtend was; "waarom frommelt gij dien zakdoek weg?"
't Wordt er hem te benauwd. "Permettez!" zegt hij opstaande, en als hij achter de massa verdwijnt, dan heeft een vreeselijk bleek jonkman, die akelig kucht en hoogst waarschijnlijk in de laatste periode van tering verkeert, den verlaten stoel reeds in bezit genomen. Een zonderling gedruisch wordt op 't onverwachts in de zaal gehoord.
Doch, nu buigt hij niet meer. "'t Hem, kehem!" kucht hij eenige malen steeds luider en krachtiger, ofschoon gedempt. Doch helaas, het baat hem niet! Zij slaapt! O zij slaapt!! Edele spruit! droomt zij wellicht, en ziet ze met haar zielvol geestesoog den man die haar.... enfin.... aanbidt, die háár, en al wat het hare is, liefheeft als zich zelf?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek