Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 oktober 2025
Wijl hij er naar keek, werd hij een ander mensch, heel, heel anders. Wat was het toch dat in hem kwam? zoo, zoo had hij toch nooit gevoeld. En hij trachtte het midden in zijn droom te begrijpen, zooals een droomer denkt, ook weer droomend, maar toch begrijpend en droomende over zijn droom nadenkende.
O! in dien ontroeringsvollen tijd, toen ze negentien en twintig waren, wat hadden ze toen samen 'n wandelingen gemaakt, soezerig zwijgend soms een uur achtereen, en toch rustig en tevreden in elkaars gezelschap, soms ook pratende, luid bewerende, hardop dwepende en droomende, schetterend over alles wat ze bevatten en niet bevatten konden. En die avonden, die lange heerlijk-intieme kletsavonden.
Ze zat zoo, zoete verdoold in herinneringen, tot ze meteen rilde en hare schouders angstig opstak. 't Was dat ze 't atelier herzag, het duistere kamertje, en dan, na 't zondige portret van Mariëtte, de smertelijke moeder en het droomende kind. Ze herleed de plotselijke breuke van hare liefde. Ze hervoelde den afgrond waar ze heel dien tijd van passie in verzonken was. Den afgrond!...
Stil! ook de dikke slaapt, en ze droomt dat ze een vorstentelg bakert; en droomende glimlacht ze, en, droomende scheukt ze de schouderbladen. Stil! daar links staat het groote ledikant. Ook zij, die den eersten levenskreet van haar lieveling vernam zij slaapt.
Want als gij hem uw gansche zijn toewijdt, dan ontvangt hij uwe deugden met u. Maar al droomende heeft nog nooit iemand eene overwinning behaald.
Hoe gaarne had ik dit oude burchtvlek met zijn gekanteelden muurgordel bezocht, rondgedwaald door die smalle sombere straten, en de overblijfselen opgespoord van de feodale vesting, waarin, eeuwen lang misschien, die onbekende landedellieden leefden, niet droomende van de schitterende toekomst, die eenmaal hun geslacht wachtte.
Ga nu naar uwe herberg, herkauw mijne woorden onderweg zeer goed, en hang er al droomende geene nuttelooze staarten aan." Ik deed wat hij mij had bevolen, en overwoog zijne woorden zoo lang en zoo diep, dat mijne spijt tegen hem mijn haat zou ik moeten zeggen verminderde, verkoelde en geheel verging.
Van dat oogenblik nam de koorts onophoudelijk in hevigheid toe. Wakend droomende meende de ongelukkige den verbannen Phanes te zien, die een Grieksch straatliedje zong, en hem zoo schandelijk bespotte, dat hij zijne vuisten balde van toorn. Dan zag hij Cresus, zijn vriend en raadsman.
In het Rijndal brak de schemering reeds aan, toen de boot den reusachtigen berg naderde. Laag stond de ondergaande zon achter de bergen. Daar verschijnt op eens een flikkering aan het blauwe uitspansel: de avondster. Heeft de beschermengel van den droomende jongeling deze zooeven aan den hemel geplaatst om den verblinde te waarschuwen? Hij ziet omhoog, voor een oogenblik afgeleid.
Zoo kon zij avonden doorbrengen, alleen maar zittende en droomende, zonder zich te vervelen, en bedenkend, hoe de menschen daarbuiten draafden en zich vermoeiden in vele nutteloosheid, zonder gelukkig te zijn, terwijl zij het was; gelukkig in het gewolk van haar gedroom.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek