Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juli 2025


Hierop verliet zij het vertrek en een oogenblik later zag Iwein, die in droef gepeins verzonken aan het venster bleef staan, haar de binnenplaats oversteken en door een der deuren van het hoofdgebouw verdwijnen. In de vertrekken van hare meesteres gekomen, bleef Luned wachten tot deze uit de kapel was teruggekeerd.

Ontvang dan, o zalige schim, ontvang in den schoot der Godheid het droef en laatst vaarwel eeniger vrienden van het Vlaamsche vaderland, dat gij hebt verheerlijkt. Aan uwe ziel zij de eeuwige rust, aan uwe werken de eeuwige roem! Mijn weldoener, mijn vriend! gelooft gij dat woorden mijne zielsaandoening kunnen vertalen! Neen, een onuitdrukbaar gevoel ontroert mij.

Jaar aan jaar spreidde de sombere poolnacht zijn sluier uit over de onherbergzame wildernissen van Nowaja-Semlja om het eiland bij zijn waren naam te noemen; jaren en jaren achtereen zond de onverbiddelijke winter zijne sneeuwstormen uit, en dekte de verlaten woning met eene akelige doodswade: er kwam niemand, om het droef verhaal hunner rampen, door Barentsz zelf te boek gesteld, te lezen.

Zoo min zijn worst'ling met de golven, Waarin hij, na den gruwb'ren slag, Een lange wijle was bedolven, Waaruit hij, toen hij 't licht herzag, Niets hoorde dan het bang geklag Van hen, die, 't vlammend graf ontstegen, In 't rustelooze nederzegen; Als 't stil verzuchten om den dood, Toen laaije dorst en wreede nood Het scheepsvolk, onder 't angstig varen, Ten voedsel dat hen overschoot, De jongens vratig aan deed staren, 't Gebrek dien gruwel schier gebood, Wierp langer uit het droef verleden Zijn schaduw dreigende over 't heden, En zijn verschiet?

"Gij zult uwe vriendin niet verliezen, om alles ter wereld niet; maar zie, als iemand jong is, komen er soms allerlei dwaze gedachten Liesje, kind," fluisterde zij angstig, "zeg, gij zijt toch overtuigd, dat ik het goed meen?" Liesje knikte: "Ja, ik weet, gij meent het goed, tante! maar " Zij zweeg, zij was zoo droef te moede, als nooit te voren

Heur vingers gleden snel over de toetsen als in snikkende gamma's; de tonen schenen te weenen van smart over die verloren stem. Mevrouw zag droef toe; zij had zich illuzies gemaakt, dat Eline zou zingen, met Paul zou zingen, dat Paul, door dien zang geboeid, 's avonds veel thuis zou blijven, dat eene melodieuze, huiselijke gezelligheid hare eenzame, stille kamers zou vervullen.

En het werd hem ineens zoo droef te moede, zoo droef te moede, zoo eindeloos droef te moede.... Op een zondag-avond, na 't lof, lag Johan Doxa in zijne cel, op het nauwe ijzere bed. Het Klooster sliep. Johan lag met open oogen tusschen denken en niet denken. Was dat mijmeren? Was dat rusten? Voor de eerste maal sinds zijne aankomst bij de paters, lag hij zoo en glariede in de duisternis.

"Jawel, Crisóstomo!" antwoordde de jonge man op ernstigen toon, "een vijand, een man die redenen had om me te haten, Elias, heeft me uit de gevangenis gehaald, waar mijn vrienden me in opgesloten hadden." Op deze woorden volgde een droef stilzwijgen. Maria Clara liet het hoofd zinken, en liet moedeloos de beide handen vallen.

In het scherpste oogenblik van zijne smart, terwijl Vere, weer ontwakend, hem ginder aan den verren bedhoek bemerkte, beloofde hij in zijne verwarde gepeinzen dat hij het verzenbundeltje, waaraan hij de laatste hand had gelegd, vernielen zou. Oomken, zei Vere, waarom kijkt ge zoo droef? Ge hebt me altijd gaarne gezien.... Oomken beet op zijne lippen.

Want rust en dood zijn schoon, maar schooner 't Leven Wanneer de Harmonie zijn krachten richt, Schooner de Zielen die 't onkenb're inzweven Dan wat zij achterlaten: 't bleek gezicht. Geef mij dan, o, oneindige, ééns te wezen Als 't instrument dat droef, maar willig, zweeg, Die naar uw zeer geheimen wil, verrezen, Voor goed, wat hij thans tijdelijk had, verkreeg.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek