Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Deze hinnikte en zei: "Haast je wat, waarom treuzel je zoo?" En de merrie antwoordde: "Voor jou is het niet moeilijk jij draagt alleen je heer, en ik draag een tirannieke vrouw, wier bevelen een last voor het geheele huishouden zijn!" De lastige vrouw. Toen hij dit hoorde, keerde de heer zich om en barstte in lachen uit.
"Niet alzoo, Bouke!" zeide Joan: "wilt gij volstrekt zien, hoe het er mede staat, verberg u dan hier of daar; doch draag zorg, dat men u niet zie. Ik wil geen vermoeden bij mijn vijand doen ontstaan, dat ik een helper met mij genomen heb." "Daar staat die lange slungel al aan 't einde van de laan," zeide Bouke zachtjes: "ga hem maar te gemoet: ik verschuil mij hier."
De dagen stijgen uit mij Als hel-klapwiekende duiven, De nachten komen in mij Den zomersenen wierook wuiven. Ik draag de wel en de wolk, Ik draag de ster en de rozen, Ik draag 't opstandig volk Van winden en waterhoozen. Aan mij de zachte borst En de zwarte vlerken der eeuwen Aan mij de levensdorst En het eindloos stille sneeuwen.
Hij legt zijne hand in de zijne, en zegt: "En aan U, mijn trouwe knaap, draag ik de zorg op, niet alleen voor mijn kasteel en voor mijne overige bezittingen, maar ook voor het dierbaarste, dat ik bezit" voor mijne lieve gemalin. We beleven vreemde tijden, Jonker, en niemand weet tegenwoordig, of de dag van morgen vrede of oorlog zal brengen.
"Indien," antwoordde de Gaskonjer, "Uwe Majesteit hetzelfde deed als ik, zou zij nimmer hinder gevoelen van de koude." "En wat doet gij dan?" vroeg wederom de Koning. "Ik draag mijn geheele kleêrkas op mijn lijf," hervatte de Gaskonjer. De Koning lachte en liet den man het noodige geld geven om zich een goede winterkleeding aan te schaffen.
Mijn geringe kroon draag ik nu met meer hoogmoed dan Philippe le Bel die van het Franse Rijk draagt, want over u mag ik mij met recht verhovaardigen."
De geest van mijn vader was in mij gevaren door zijn woord, door zijn schrift. Frits Millioen! Frits Millioen! klonk eene stem als ter waarschuwing mij tegen. Welnu, ja! die ben ik, die ben ik, daar draag ik roem op, ik ben de zoon van mijn vader, maar Frits Millioen kan geen schilder zijn, ziedaar de hindernis!
Draag het in vrede, want wat deze nacht niet heeft kunnen wezen, zal een andere keer gebeuren, daar het niet kon geschieden, wat zoo aangenaam is voor mevrouw.
"Ja, moeder Massys," zeide zij, "er zijn tegenwoordig vele zieke menschen; hier in de gebuurte zelfs liggen er drie te bed: de wolwever Veken, de timmerman Balens en Hans de tapissier. Bij de twee eersten draag ik ook zoo al wat, als ik het ergens krijgen kan; maar de tapissier Hans werkt op zijn bed voor ons klooster...."
Deze stond te Hammersmith van zijn tooneel tot het volk te redeneeren en zeide: "ik ben in dit dorp geboren en opgevoed, en draag het groote liefde toe: waarom ik ook, uit dankbaarheid voor de weldaden, die ik er genoten heb, een kroon wil schenken aan elken dorpsgenoot, die mij de eer wil bewijzen die aan te nemen."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek