Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 mei 2025
Zeg Dorus, dan neem ik mijn verrekijker mede.» »Ja, doe dat!» In een wip waren we de beide trappen opgeklommen, want het huis van mijnheer de Wild had twee verdiepingen, en nu kwamen we gewapend met den verrekijker op den zolder. »Zeg jò, nog niet kijken!» zei Bob. »Eerst den kijker goed uit elkaar halen.»
Hij moedigde mij met luider stem aan, mijn leven zoo duur mogelijk te verkoopen. Bob keek hem eens met een schuin oog aan, en zei: »Hij gunt mij niet veel goeds, Dorus. Wat zou hij lachen als ik het verloor.» »Laat hem, Bob. Wij zullen er eerlijk om kampen, en elkaar niet boos aankijken, als het straks beslist is, hoe die beslissing ook zijn moge.» »Natuurlijk,» was het eenvoudige antwoord.
"Wat is dat? Chocolaad? Hoe kom je daar aan, Dorus? Van je zakcenten gekocht? Je bent toch een goeie jongen. Neen, gerust niet, ik voel geen koorts meer," en zachtjens strijkt zij met de hand over Dorus' hoofd, dat deze tot haar overbuigt met de woorden: "'k Zal je straks weer komen ingeven, hoor!
Daar nam ik mijn orgelmuziek uit het muziekkastje, welke bestond uit een enkel dik boek, bevattende de psalmen en de evangelische gezangen, en wilde juist de deur uitstappen, toen Moe mij toeriep: »Voorzichtig wezen met het orgel, hoor Dorus. Ik sta doodsangsten uit, dat je er wat aan bederven zult.» »Geen nood, Moe, ik ben werkelijk zeer voorzichtig en doe er niets aan, dat schaden kan.
Niemand had 't evenwel opgemerkt dan juffrouw Barbara, die niettegenstaande zij dikwijls om allerlei kleinigheden met Dorus kibbelde, den knaap toch gaarne mocht lijden en hem even goed, zoo niet beter dan een der andere huisgenooten, verpleegde en bewaakte.
Tom was, dank zij het smeersel van wijlen Klaas Makko, weer even rap en vlug als vroeger, terwijl onder Dorus' leiding een der andere honden in de kunst van het tellen en op de klok kijken werd onderwezen. Het scheen wel alsof de jongen in de omgeving, waarin hij zich thans bevond, iets van zijn koppigen aard begon te verliezen.
»Je moet komen ontbijten, Dorus!» klonk het mij toe. »Moe heeft het gezegd.» Nu, dat bericht behoefde niet herhaald te worden, want eene flinke boterham was mij nooit onwelkom. En toen het ontbijt afgeloopen was, ging ik weer in den tuin om het eerste gelui af te wachten. Bij ons werd er altoos tweemaal geluid, den eersten keer om halfnegen, en den tweeden keer een uur later, als de kerk aanging.
Dorus leerde heur hartje kennen; 't lillike zag ie niet meer. Moar "goed van binnen en knap van buuten das toch nóg bêter," zeien de jongens; "'t lillike stoot af en duut oe onrechtveerdig wêzen; de mins blieft mins zie 't oog wil óók wat." "Best meugelik! Moar Santje had er nou toch geen schoai bij. En Kees? neen, Kees ook niet. Kees is en blieft heur beste jong!" "Nietwoar, jungske!
»Sylvester?" riep Dorus, ten hoogste verbaasd over 's mans gave van aldus zijne gedachten te lezen: »Sylvester? Ik ken geen Sylvester hier te Batavia." »Maar ge hebt er eenen gekend in uw moederland." »Sylvester, zegt ge?" »Den ouden heilige van den oudejaarsnacht!" »O ja!" »Gij hebt hem gekend en liefgehad, niet waar?" »Zeker!
Je weet immers, dat de toegang daar verboden is? Als de boschwachter jelui opgepakt en achter slot en grendel gezet had, zou je naar behooren gestraft geweest zijn.» »Och,» zei Moe, die een goed woordje voor mij wilde doen: »'t Komt alles van dien wilden Bob. Dat is ook in het geheel geen goed kameraad voor hem. Ga naar bed, Dorus!»
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek