Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 mei 2025


Hierna begon ik op eenen dag te denken over datgene wat ik van mijne Vrouwe gezegd had, dat wil zeggen in de beide voorgaande sonnetten; en ziende in mijne overweging dat ik niets gezegd had van datgene wat zij op het oogenblik in mijzelf uitwerkte, scheen het mij dat ik gebrekkiglijk gesproken had; en dus nam ik mij voor woorden te zeggen in welke ik zeide op welke wijze ik ontvankelijk scheen te zijn voor haren invloed en hoe hare deugd in mij werkte. En meenende zulks niet in de beknoptheid van een sonnet te kunnen verhalen, begon ik toen eene canzone , welke begint: Zoolang nu heeft mij Amor in zijn macht En mij gewend aan zijne heerschappij, Dat even hard als eerst mijn slavernij Mij scheen, zij thans mij lieflijk lijkt en zacht. En zoo, wanneer hij ganschelijk mijn kracht Mij rooft en mijn gedachten jaagt uit mij, Gevoelt mijn zwijmelende ziel zòò blij, Dat mijn gelaat, ofschoon verbleekend, lacht. Dan voel ik hem zoo hevig in mijn leven, Dat hij mijn zuchten dolend roepen doet Om mijne Vrouwe zoet, Of zij nog hooger heil mij konde geven. Dus ondervinde ik, w

"Zwijg!" beval de ridder op barschen toon. "Zij moge wezen, wie zij wil, ik zal doen, wat mijn plicht als dolend ridder voorschrijft." Hierop keerde hij zich weer tot de dame en sprak: "Spreek, doorluchtige jonkvrouwe! Wat is uwe begeerte?"

Hij was echter nu eenmaal aan het gemakkelijke kloosterleven gewend, en wanneer hij de voordeelen, aan den geestelijken stand verknocht, overwoog, maakte hij de slotsom op, dat hij te veel zou opofferen om dien te verlaten en als dolend Ridder honger te lijden.

En mocht dit alles u nog niet afschrikken, bedenk dan toch, dat onder die gansche bende, al heeft ze koningen en keizers, toch geen enkel dolend ridder is." "Dat is waar, Sancho," antwoordde Don Quichot. "Ge hebt daar het rechte punt getroffen, 't eenige, dat mij bewegen kan, van mijn voornemen af te zien. Ik mag mijn goed zwaard tegen niemand ontblooten, die niet werkelijk tot ridder is geslagen.

Maar toen hij tegen den avond zeer vermoeid de landerijen van Pisa bereikte, peinsde hij waarom hij gegaan was, waarom hij de passie zocht, die hem niets dan verdriet kon geven, terwijl aan alle zijden de wegen naar andere streken leidden, waar hij dolend tenminste met het stille beeld zijner aanbidding alleen kon wezen, zonder verlangen naar wederliefde, dat door nieuw verlangen zeker gevolgd werd.

Zij zeiden hem derhalve slechts, dat hij maar op de gezondheid zijns meesters moest hopen, opdat die al zijne stoute plannen en ontwerpen zou kunnen volvoeren en hijzelf mettertijd keizer of aartsbisschop of wat anders heel hoogs en voornaams zou worden. "Wat!" vroeg Sancho, "kan een dolend ridder ook aartsbisschop worden?

Hier blijft het bij praten, maar gewoonlijk blijft het daarbij niet, want ook van deze weigerachtige jonkvrouwen en smachtende jonkers gold: "vuur en stroo dient niet alzoo." In het stroovuur van den hartstocht blaakt zoo menig dolend ridder voor zoo menige geschaakte jonkvrouw die hij op zijn weg ontmoet, die hij verlost uit de macht van een of anderen rooden ridder of afzichtelijken dwerg en die hem verder in zijne eenzaamheid wat opmontert. Maar wij krijgen ook liefde van beter allooi te zien: trouwe liefde als die van WALEWEIN voor YSABELE, van FLORIS voor BLANCEFLOER, van PARTONOPE

Heeft niet al vaak een eenig dolend ridder een leger van tweemaal honderd duizend krijgers op de vlucht gejaagd? Waarom zou in den tegenwoordigen tijd zulk eene heldendaad niet meer kunnen voorkomen? Waarlijk, waarlijk, nog heden ten dage zijn er mannen, die voor de ridders uit den ouden tijd in sterkte noch in dapperheid onderdoen! God hoort mij en ziet in mijn hart.... Meer wil ik niet zeggen."

Wat kan nu in zulk eene maatschappij een man van menschelijk gevoel anders doen, dan zooveel hij kan zijne oogen sluiten en zijn hart verharden? Ik kan alle mishandelde ellendelingen niet koopen. Ik kan geen dolend ridder worden en ondernemen om ieder onrecht in zulk eene stad als deze te herstellen. Het eenige dat ik doen kan is: beproeven om er mij zelven vrij van te houden."

De voortreffelijke Froissart, die als dolend ridder van de pen eenigszins als een voorlooper van Erasmus beschouwd kan worden; Froissart, óók van afkomst een burgerjongen, óók opgeleid voor priester, óók als partikulier sekretaris zijne loopbaan aangevangen, heeft geen andere keus gehad dan òf zijn talent te begraven, òf een tafelschuimer te worden.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek