United States or Belgium ? Vote for the TOP Country of the Week !


Rozeke kreeg een kleur als vuur en haar wimpers gingen vlug en zenuwachtig, als zou ze gaan schreien, over haar eensklaps neergeslagen oogen op en neer, terwijl Alfons, zich strak vermannend, nicht Begijntje frank in het gezicht dorst aankijken en met de kloekheid van een rein geweten antwoordde: "Altijd, altijd, nichte Begijntje, d'er 'n es giene meinsch op heul de weireld die ons iets te verwijten het."

Maar zij had gelachen, en oom had gelachen, en voordat ze het wist, was de vork in d'er mond geweest.... Zoo iets beteekent niet, dat Geertje nu inderdaad haar geloof aan het verliezen is. Dat is volstrekt niet het geval. En de tijd moet nog komen, dat zij 't inniger zal bezitten, dan ze 't ooit bezeten heeft. Maar zij is bezig uit de praktijk der godsdienstoefening te geraken.

Die twee zeker gangesjeerd. Dat de moeder van 'et meisje. 't Meisje leek nog heel, heel jong. , zóó same kermishoue!... knappe jonge, d'er gelant, flink ... gut, op wie leek nou die jonge?

En met het door mij gecursiveerde zinnetje van Tante gebeurt dat: Tante weet wel wat ze doet! Ik zeg 'et mit de beste bedoelinge. Als jij de'r op tege heb, da 'k 'et vraag ... dan doen ik 't niet.... Geertje voèlde 't in d'er ooren, aan de manier waarop Oom, aarzelend, ze zachter zei, dat hij de laatste woorden niet meende, dat-ie haar daar laf beloog.

"Je kunt er haath niet inkomme hoe ze d'er zulle uitzien as ze volwasse benne," zei de heer Skinner. "Groot als een paard," zei de heer Bensington. "Thal niet veel thchelen," zei Skinner. "Verscheiden menschen zouden hun maal kunnen doen van één vleugel!" zeide de heer Bensington. "Zij zouden aan stukken te snijden zijn als rundvleesch."

Zij sprak gejaagd, terwijl zij hem met hevige oogen aanzag: Ik heb zoo'n berouw over mijn stuurschheid van daar-zóo; ben je d'er nog boos om? Dat weet-je wel beter, zeî hij, en het was ook eigenlijk mijn schuld. Maar hij moest het nog eens zeggen: Wat zeg-je? Dat ik volstrekt niet boos ben en dat ik nooit boos op jou zoû kunnen zijn. Zeg in allen geval nog niets aan vader, laat hem niets merken.

Maandag, in zijn opnieuw ontwaakte energie, zijn zelfvertrouwen en zijn optimistisch idealisme, begrijpt dat alles natuurlijk niet en is verwonderd!.... Groo'va, riep Geertje met verborgen angst. Ze kreeg een gevoel, of d'er iemand Groo'va te lijf wou. Die goeie Groo'va, hij had zoo weinig, en dat zou hem worden afgetroggeld! 't Is maar verschieten, zei Tante snibbig. Hoe verschieten?

, d'er hoofd barst van de pijn en dat steke van de zon daar, altoos met die-n-eene straal, daar vlak vóór d'er. Jee, ze beeft, ze klappertandt. En zoo warm hier. He't ze koorts? O, ze is zoo ongelukkig!

Bei je d'er onkundig van, dat ik bij de kommesaris heb motte komme? Jij bij de kommesaris! Waarvoor? Jok d'r toch niet om! zei Jan fier. *

"Ba 't doet, boas," antwoordde zij, eensklaps kalm en ijskoud, als voelde zij 't bloed in haar lichaam stollen, "ba 't doet, moar d'er es toch nog zeuveel wirk op 't land en wie weet wa veur 'n weere da we morgen hèn?" Gelukkig kwam Alfons haar ter hulp.