United States or Pitcairn Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Tot ontbijt krijgt hij een paar Weener, Frankforter of Jauersche worsten of een boterham belegd met Hamburger rookvleesch, Berlijnsche kaas of iets anders.

"U ken ze nie zien u heit makkelijk zegge dat moeder 't verstaat", zeurde Mijntje: "dat zijne geen boterhamme, dat zijne piemeltjes". "Zijne dat piemeltjes!" , riep Essie, nijdig 'n boterham tegen 't licht houdend, dat de korst op 'r voordeeligst te zien kwam: "doe 't me na voor veertien perzone, stik schlemiel!"

Anders mocht Frits nog al eens het liedje van verlangen zingen en nu Moeder begreep er niets van: nu vroeg hij al, of hij maar naar bed zou gaan, toen de klok nog lang geen acht geslagen had. "Je bent toch niet ziek, jongen," vroeg Moeder. "Och ja," plaagde Oom, "hij zal zeker ziek zijn, de arme jongen, kijk hij eens bijten in zijne dikke boterham, en wat ziet hij wit!"

Vervolgens laat men ze uitdruipen, en als men ze bij een boterham gebruiken wil, legt men de halve vischjes in schuine ruiten over elkander op een schaaltje en presenteert ze met olie, azijn en zeer fijn gehakte pieterselie.

Dat blijft bij zijn bed staan, en morgen smeert hij het op zijn boterham. Klaas eet een stuk droog brood: »tegen et opbreke van et vetEn ik... ach, ik stamel dommelend voor mij heen de eenige troostreden, die mij tot formule geworden is: »ik ben buiten... heerlijk buiten

Daar had je vooreerst Jan De Liefde en De Haes, twee mannen, die zich de kaas niet van hunne boterham lieten halen; vervolgens Bastiaan Centen, Hendrik Jansze Camp, Jan Gideonsz. Verburgh, Jan Van Hoesen en Lein Pijcke en eindelijk, toen deze kapiteins ook al binnen gegaan waren, kwamen er nog een stuk of drie, die ook mochten genoemd worden, namelijk Brandt, Gilles Boone en Michiel Foort.

Het boerke at en ging toen liggen en de vrouw dacht: »die is moe en slaaptNu kwam de pastoor binnen en de vrouw ontving hem vriendelijk en zei: »mijn man is uit, nu gaan wij smullenBoerke had het gehoord, en bij »smullen« dacht hij aan de boterham met kaas, die voor hem goed genoeg was geweest, en dat ergerde hem. De vrouw droeg nu op, vierderlei gebraad, sla, gebak en wijn.

Hoe zou het er nu wezen? dacht ze 's morgens bij 't opstaan. Zouden de kinderen nu al eten gehad hebben? Het hart klopte haar van angst, dat de kleintjes nog van honger zouden schreien. Ze kon de boterham niet door de keel krijgen, en voor ze recht wist, wat ze deed, had ze brood en boter in een mandje gepakt en stond ze voor de deur van den timmerman.

De heer de Stuwen duwde een sneetje roggebrood op zijn boterham, hield dezen vast met de linkerhand en sneed hem aan vier gelijke reepjes, die hij, éen voor éen, met een tevredenheid over het voldoen van deze zoo geoorloofde en gemoedelijke en bedaarde lust, aan zijn mond hief.

"Ja, kleine vent. Hansje Pansje. Nu zullen we maar eerst een boterham gaan eten. Jullie buikjes zijn zeker leeg en hol." Hans en Bob knikten, dat hunne bolletjes er bijna afrolden en natuurlijk deed Fritsjes bolletje op de maat mee. "Daar komen vader en oom Karel al aan. Door, zet gauw den grooten stoel met het kussen voor oom klaar." "Och, kijk eens, Bobbie, wat een aardige poes," riep Hansje.