United States or Saint Lucia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De slobkous, verliefd van complexie, Maakte aan een fichutje de cour, En sloot het verrukt in z'n knoopen, En zuchtte zoo innig: bonjour! Daar walste een bretel met een vestje, Een kindersok met een servet, En 't windje gaf lustig de maat aan, En maakte geen eind aan de pret.

Hij gaf zijn paard de sporen, galoppeerde dwars door de vijanden heen, wien hij een vriendelijk "Bonjour Messieurs!" toeriep, bukte zich diep over den nek van zijn paard om de kogels te ontwijken, die hem over het hoofd vlogen, en was weldra in veiligheid. Om vijf uur 's morgens kwam hij bij de zijnen terug.

Bonjour, mon oncle! Bonjour! Ik kom!" Hou hou! Bezoer! Bezoer!" antwoordde Standje, met de eene hand tegenwuivend, met de andere 't paard intoomend.

Nee, zekerlijk is er niemand dien ik zóó liefheb als mijn besten vader. Ha daar komt Hendrik het hek in! Tot straks tante; bonjour!" Mevrouw Mansburg heeft haar doel niet bereikt. Twee dagen na Helmonds huwelijk kwam ze bij haar broeder Van Barneveld op De Zonsberg logeeren.

Zyn jongen rydt achter hem, met een kidang achter zich over 't paard. Pegang koedahnja toewan kommendaan gebood Verbrugge aan een der bedienden die buiten zaten. Bonjour, Duclari! Ben je nat? Wat heb je geschoten? Kom binnen! Een krachtig man van dertigjarigen leeftyd en flinke militaire houding, hoewel van uniform geen spoor was, trad de pendoppo in.

Wy zagen elkander aan, doch zwegen om het ander gezelschap. Onderwyl viel myn oog op een passage, daar Josep Fransch spreekt, zeggende: Bonjour, Mevrouw Potifars; en op nog een, daar Potifar tegen zynen Hansworst zegt: halt mi den smaul. Toen barste ik in lachen uit, en de goede Vrouw, die ik dit influisterde, lachte zo hartlyk, als ik nog nooit hoorde.

Barones geef hem wat koffie uit de nieuwe kan! Bonjour kameraad! Dat is een verrassing! ik geloof, dat je over het sieraad van je kamer tevreden zult zijn!" zeide hij, terwijl hij op de barones wees: "Gij kent elkander toch?" "Dat zou ik denken," antwoordde Wronsky met vroolijken lach en drukte de kleine hand der barones "wij zijn oude vrienden!"

Maar dadelijk na hem sprak weer iemand anders met vrienschappelijken groet Wronsky aan. "Wel, je kent je vrienden niet. Bonjour, mon cher!" zeide Stipan Arkadiewitsch, die hier met zijn frisch gelaat en wel onderhouden baard niet minder schitterend dan in Moskou. "Ik ben gisteren hier gekomen en verheug mij buitengewoon u spoedig in je zegepraal te zullen zien. Wanneer zien wij elkander weer?"

't Fonteintje in het heel klein vijvertje, dat midden op een pleintje vóór de deur ligt, spuit er nog hetzelfde zilverstraaltje naar omhoog. Bonjour Antonin! Ça va bien? Natuurlijk herkent hij mij niet meer. Zijn vale hand grijpt even naar zijn valen stroohoed, terwijl hij met een schuwen blik van niet-herkennen een onduidelijk "bonjour m'sieu" stamelt. Vous ne me reconnaissez pas, Antonin?

Ce sont des religieux, des fous, des mangeurs de moutons. Men moet dat zien, 't is zeer belangrijk uit een ethnografisch oogpunt." "Merci, monsieur Crépieux." "Mag ik meêgaan?" verzocht de dokter, haastig zijn hoek uitgeschoven. "Adieu, mijne heeren." "Om vier uur kom ik aan 't atelier, dokter," riep monsieur Crépieux, bazig. "Bonjour, Antonio."