Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
Kinderen, vanavond zal een regiment appelbollen zijn intrede in den huize Van Brakel doen." "Met het oog op onze logétjes vind ik beter de appelbollenpartij tot morgen uit te stellen," zei moeder. "De kleuters moeten vanavond niet te laat naar bed." "Dus morgen, heerlijk," zei Nel. "Maar Bob, wat doe je toch?" vroeg Door. Bobbie, voorover in het gras liggend, zat Julia aandachtig te bestudeeren.
Stil maar Mol," zei ze tegen de poes, die naar het scheen onrustig werd, omdat allen om haar heen stonden, "blijf maar kalm liggen, we gaan dadelijk weg." "Wat vind ik dat toch een lieve poes," zei Hans. "O, Bobbie, als Jaap hier eens was." "Neen, zoo iets heb ik nog nooit gezien," fluisterde Door. "'t Is snoezig," zei Leni verrukt, "snoezig." "'k Zie Julia al zoo met onze kuikentjes," zei Nel.
"Ja, kleine vent. Hansje Pansje. Nu zullen we maar eerst een boterham gaan eten. Jullie buikjes zijn zeker leeg en hol." Hans en Bob knikten, dat hunne bolletjes er bijna afrolden en natuurlijk deed Fritsjes bolletje op de maat mee. "Daar komen vader en oom Karel al aan. Door, zet gauw den grooten stoel met het kussen voor oom klaar." "Och, kijk eens, Bobbie, wat een aardige poes," riep Hansje.
"Ja, ze loopt in de goot." "Och, die arme vogeltjes. Als poes ze ziet, eet zij ze op." "Wat zou ze doen, ze zit zoo stil als een muisje." "O Bobbie, misschien ziet ze al een vogeltje. Ik ga haar in den staart knijpen. Jaap heeft mij verteld, dat, als je een poes, die loert, in den staart knijpt, ze het vogeltje of muisje niet kan krijgen." "Laten we dan dadelijk gaan.
"Hier, paatje," kwam er een stem uit het grasveld. "Ik zit in de zon voor mijn natte broekspijp en Bobbie maakt een krans voor ons sneeuwwitje." "Wel verbazend, jullie hebt het maar druk. Maar de tijd voor een kusje kan er toch zeker wel af." Toen vlogen twee aardige jongens naar hun paatje toe. "Dag, paatje, dit kusje aan ma brengen en dit aan Bruno, en dit...."
"Zullen we nu eerst even 't haantje roepen?" vroeg Hans. "'t Haantje roepen?" "Zou het ziek zijn, oom?" vroeg Bob. "Waarom ziek, kleine man?" "'t Haantje heeft ons niet geroepen." "En hoe komen jullie dan zoo vroeg?" "Bobbie en Hansje hebben voor haantje gespeeld. Ze hebben Dora wakker gemaakt," zei Nel. "Ik was nog zoo "onmogelijk" slaperig."
"Fritsje zit in den koffer," lichtte Bob toe. "In den koffer?" Allen keken verbaasd naar de tweelingen, toen Hans, die opeens aan de verrassing van Leni dacht, zei: "Ja, 't is een geheimpje, hé Bobbie?" De verwondering steeg ten top. Door holde naar boven, waar ze Fritsje snikkend in den koffer vond zitten. "Och, kleine vent, wat scheelt er aan?"
"Misschien is hij toch wel een beetje kleiner. Zou hij niet een beetje kleiner zijn, Bobbie?" Bob knikte. "Maar 't is toch een groote." "Moesje, daar zijn we. Oom en Vader komen achteraan." "Dag, jongens; wèl, wèl, wat hebben jullie mooie vlaggetjes." "Spritsje, vlagje, Mammi?" vleide kleine Fritsje. "Mag Fritsje je vlagje even hebben, Bob?" "Hoera, ma vergist zich. Dit is Hans en dat is Bob.
Enne, die kan niet bij ze komen, omdat de menschen die daar wonen uit de stad zijn. Die stakkers! Wat ze aan hebben, weet ik niet, maar ze zien er heel gek uit zegt de slager." Allen holden naar beneden. Mevrouw Van Brakel kon van schrik bijna geen voet verzetten. Ja waarlijk, een huis of zes verder zaten boven op het dak, als twee parkietjes, Hans en Bobbie.
Met deze woorden kwam Door eenige uren later de kamer binnenstormen. "Voor wie?" klonk het als uit één mond en Nel strekte haar hand al verlangend uit. "Mis, juffertje. Hij is voor Bobbie en Hansje." "Een brief, o Bobbie, zeker van maatje." "Of van vader, want paatje heeft ons er eentje beloofd." Door moest den brief laten kijken. "Ook een postzegel er op?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek