Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 juni 2025


Den Eerwaardigen Jongeling rolden de tranen op de t'samen geslagen handen. Zyn stem was zielroerent, alles was diepe aandagt. De Heer Blankaart luisterde my in 't oor, dat wy moesten dansen. Willem en ik haalden twee Fiolen: Een gaf ik aan myn Vader: "Jongen, zei hy, ik doe er niet meer aan! Ik vrees, dat het gebrekkig zyn zal."

Is het voor den lezer en bespreker van de Historie van Mej. Sara Burgerhart ongetwijfeld immer een voorrecht dezen roman-in-brieven in de uitgave van de W.B. voor zich te hebben, in deze warmte vooral voelt men 't als een onschatbaar genot, dank zij den heer Prof. Knappert, die het werk van eene inleiding en verklarende aanteekeningen heeft voorzien, niet genoodzaakt te zijn, om, bibliotheek in, bibliotheek uit, naar de beteekenis van verouderde uitdrukkingen te speuren, of te beproeven zich zelfstandig in 't historisch milieu te orienteeren. Bedoelde inleiding en aanteekeningen maken al een zeer sympathieken indruk, niet alleen door den zoo duidelijk blijkenden ernst en de nauwgezetheid, waarmede zij zijn samengesteld, maar óók door het feit, dat de heer Knappert in een zeer gewichtige aangelegenheid zijn eigen weg is gegaan en zich niet door den beroemden Busken Huet een dwaalweg heeft laten inloodsen. Anders dan deze, die eene der boezemvriendinnen, en wel Agatha Deken, het mede-auteurschap der, naar beider ondubbelzinnige verklaring, gezamenlijk geschreven romans ontzegt, verklaart onze geleerde en scherpzinnige commentator: "Maar haren roem danken Betje en Aagje terecht aan haar wezenlijk gezamenlijk geschreven romans." Om met den gullen Abraham Blankaart, Saartje's voogd te spreken: "Dat klinkt je wat anders voor den snoet" dan de qu

De Heer Blankaart is naar Frankryk; zo dat gy hem niet ligtelyk zult tegenkomen. Ja, dat is een man, niet waar? Och, ik heb hem zo lief! maar ik ga niet trouwen, daar is geen woord waar aan. Wees jy gerust: al wierd jy tagtig jaar, dan zal je toch by my wonen, als ik getrouwt, of op my zelf ben. Sterf des, als je tog sterven moet, maar gerust voort, 't zal zo zyn.

Kunt gy Gode hartelyk danken, om dat hy u dat aangebeden geld ontnomen heeft? Kunt gy u in Gode verblyden, om dat gy uit zulk een geestlyk Sodom geret zyt? Kunt gy besluiten, om aan uwe Nicht schuld te bekennen, haar al het hare te geven? Kunt gy den Heer Blankaart om vergeving bidden; om dat gy zyn Voogd-Kind als gedwongen hebt, om, in hare jonge jaren, de ruime Waereld in te gaan?

't Is goed, dat zulks maar zelden gebeurt, of Abraham Blankaart zou zo stipt niet ter Kerke gaan. Nu, myn Heer, gy moet weten, hoe gy met uw Vader dat Boeltje reddert. Doch hy moet niet vergen, dat myn Saartje van haar Gereformeerde Kerk afwykt. Hoor, ik moet daar niet over gemoeit worden. 't Is onredelyk; en is de man driftig, ik ben ook juist de grootste jaabroêr niet.

Sara Burgerhart, . Historie van den heer Willem Leevend, . Brieven van Abrah. Blankaart, . Dichterlijke wandelingen door Bourgondië, . Historie van Cornelia Wildschut, . J. B. MEERKERK. Zwolle, April '19. Lieve jonge juffrouw! Van daag willen zy zus, morgen willen zy . Wel nu, wat zal ik ik u antwoorden? Weet ik, in hoe ver gy gelyk hebt?

Hou den braven Blankaart te vriend, Keesje; ik vrees anders, dat gy al zoo veel met Vader zult te doen hebben als ik! Vaarwel, myn Broeder, HONDERD-VEERTIGSTE BRIEF. Wed. Spilgoed heeft uit Indië een erfenis gekregen van 80.000 gulden van zekeren Jan Bern, zooals blijkt uit de Honderd-een en veertigste brief. In HONDERD-TWEE EN VEERTIGSTE BRIEF dankt de Wed. Spilgoed.

Ze vraagt vergiffenis aan Sara en voorspraak bij Blankaart. HONDERD-VIJF EN TWINTIGSTE BRIEF. Sara vergeeft alles en belooft voorspraak. Zal zelf komen. HONDERD-ZES EN TWINTIGSTE BRIEF. Hendrik aan Cornelis: Saartje is zoek! Ze is met R. uitgegaan en niet teruggekeerd. Ze wachtten op haar den dag, den nacht, in doodelijke spanning; eindelijk, om vijf uur, daar is Sara.

Hoe, wat hamer, en wat spykerdoos, heeft haar brave Vader my niet met de dood op zyn lippen gezeit: "Brammetje Blankaart, ik sterf; zorg gy voor dit dierbaar Kind. Wees het geen ik voor haar zyn zoude, mogt ik leven." En heeft hare lieve Moeder ook zo niet gesproken? En heb ik het niet heilig belooft? En ben ik niet een eerlyk man? Hoor, Mevrouw, het meisje is veel ryker dan zy weet.

Evenwel, de vreugd, die zyn hart overstroomde, deedt hem die aannemen; ik presenteerde den Heer Smit ook een: die, zonder eenige kwalyk geplaatste excusen, zei: "ik zou dit fatsoenlyk gezelschap onëer aandoen, indien ik my onttrok, om het myne tot eene zo billyke vreugd te doen. Wy zyn onder de Roos." De Heer Blankaart haalde de Bruid op.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek