Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juli 2025


Men zal mij wel zoo aanstonds roepen." "Ach! wat helpt dat?" vroeg de Heer Blaek, terwijl hij zijn angstige blikken beurtelings van mij op Van Lintz liet wandelen: "Mijnheer Huyck heeft toch reeds te veel gehoord! Hoe kan men zoo onvoorzichtig zijn!" "En wat is er toch," vroeg Van Lintz, terwijl hij met gekruiste armen tegen den wand stond, "waarover gij u bekommert?

Op deze wijze verliep er een vrij onaangenaam kwartieruurs, en ik voorzag, dat mijn toestand nog lastiger zou worden, wanneer de derde man, die zich in 't vertrek bevond, en wiens tegenwoordigheid ons wederzijdsch stilzwijgen nog eenigszins wettigde, zou binnengeroepen worden, en ik mij alzoo met den Heer Blaek alleen bevinden. Weldra scheen dat oogenblik te zullen komen.

De hemel weet: hij is misschien Turksch geworden en Pacha met een half dozijn paardenstaarten; want ik geloof dat hem de godsdienst ook wel om 't even zijn zoude, mits hij maar voortkwame. Ik had laatst werk genoeg, om Van Baalen te beletten van door te slaan, toen hij in tegenwoordigheid van den Heer Blaek en Jetje over dat onderwerp begon. Zij heeft met de folies van haar Tante niet noodig.

Maar met dat al, zijn rein is ein gnap peestje und loopt blaisierig: ich sol hum er nog een sakkie koeltens voor pieten wollen." "Wacht eerst, tot het te koop is," zeide Reynhove; "intusschen ben ik gereed, zoo vriend Blaek wil, morgen weer tegen hem te rijden, tot aan Guldenhof toe: en voor het dubbele geld."

"Vader!" riep ik, uitgelaten van blijdschap: "uw goedheid is grooter dan ik verdien. Hoe zal ik dat vergelden?" "Stil," zeide hij: "verheug u niet te spoedig en bouw geen luchtkasteelen; want het antwoord van den Heer Blaek kon die wel opeens vernietigen. Intusschen, ik moet het u zeggen, de mededeeling van uw liefde heeft mij in zeker opzicht genoegen gedaan.

De Heer Blaek heeft een brief van zijn vader ontvangen, die, God vergeve het hem, zichzelven verdaan heeft. Ik wensch van harte, Mijnheer Huyck! dat het tot uw voordeel zij: doch ik mag u nog met niets vleien. Wees zoo goed mij te volgen."

Het leed echter nog een goed half uur, gedurende hetwelk ik vrij verdrietig het kamertje op en neer ging, al brommende over al de tegenspoeden, die mij beletteden mijn weg voort te zetten, en zelfs de aangename kennismaking van Henriëtte Blaek op den achtergrond stelden: het leed een half uur, zeg ik, eer ik de banken in het benedenhuis hoorde verschuiven, en, aan het raam glurende, zag ik nu weldra Andries met nog een man, die oogenschijnlijk beter gekleed was dan hij, de herberg verlaten.

Daar ik toch niet voor den avond vertrekken kon, ging ik eerst naar den Heer Blaek om hem het ongeval zijns zoons te verhalen mede voorwaar geen aangename commissie; ik vernam, dat hij niet te spreken was, maar mij verzocht een uur later te komen. Ik voldeed aan het verzoek; toen ik op den bepaalden tijd weder aan zijn huis kwam, was hij een lijk.

Zooals ik zeg: het is een vroolijk Heer; maar ik moet het van hem wel verdragen! wij zijn zulke oude kennissen: en hij heeft soms wilde buien ook." Ik schudde het hoofd en beklaagde bij mijzelven den armen man, die op zijne jaren om een aalmoes zulke vernederingen dulden moest. "En Mejuffrouw Blaek," zeide ik toen: "zij althans schijnt u zeer genegen." "O Mijnheer! Een engel is zij.

"Hoe! gaat Juffrouw Blaek ook mede?" riep mijn moeder, van de stoep af, terwijl zij minzaam goeden dag knikte: "wel Zuster! dat is een recht aangenaam gezelschap, dat gij aan Santje bezorgt." "Nietwaar, Zuster!" riep Tante weerom: "ja! ik wist wel, dat Santje niet aarden kan zonder een kornuitje: en ik denk altijd: hoe meer zielen, hoe meer vreugd."

Woord Van De Dag

camerinus

Anderen Op Zoek