Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
"Dit is dan," zeide ik, "een weddenschap geweest, waar niemand bij gewonnen heeft: gij zijt het geld kwijt, en Blaek een paar brave paarden." "Hij verliest er meer bij dan ik," zeide Reynhove, lachende.
Sedert dien akeligen tocht met Blaek heb ik een dubbel medelijden met die arme zielen. Maar met dat al moeten wij onzen tijd niet verwaarloozen. Gij kunt, als gij eerst koffie met mij gedronken hebt, mij een groot genoegen doen; zoo het namelijk niet te veel van u gevergd is."
Deze reden was nu wel niet de ware; maar zij had toch zooveel grond van waarschijnlijkheid voor zich, dat Amelia, naar mijne meening, niet kon nalaten, die voor volkomen geldig te houden. Zij scheen er zich dan ook mede te vergenoegen. "Ik hoop," zeide zij, "dat gij geen last meer zult hebben van deze ontmoeting, en dat de Heer Blaek zich met de door u gegeven inlichtingen zal tevreden stellen.
"Waarom zou ik dit uitbrengen?" vroeg ik: "ik hoop, dat de Heer Blaek te goede gedachten van mij heeft, dan dat hij mij voor een verklikker zoude aanzien." "Voorzeker!" zeide Blaek, in blijkbare verwarring: "ik heb uitmuntende, ik heb de beste gedachten ter wereld van den Heer Huyck; maar," vervolgde hij tegen Van Lintz: "is het hier een plaats, om over uwe zaken te spreken?
Ik kuste vurig de hand mijns goeden vaders, en na aan mijn moeder en Suzanna den stand van zaken te hebben medegedeeld, snelde ik met een opgeruimd gemoed naar het kantoor. Bij mijn terugkomst in den familiekring, verhaalde mijn vader mij, dat hij aan den Heer Blaek had geschreven, en dat deze geantwoord had, hem den volgenden avond te zullen afwachten.
Wij waren aan 't nagerecht, en de Heer Blaek was juist bezig over de onbeschaamde diefstallen te spreken, die onlangs in de buurt hadden plaats gehad, toen de knecht mij in het oor kwam fluisteren, dat er een Heer buiten stond, die mij wenschte te spreken. "Een Heer om mij te spreken!" herhaalde ik, met eenige verwondering: "dat hebt gij zeker verkeerd. Wie kan mij hier iets te zeggen hebben?"
Het hoofd alzoo vol hebbende van Henriëtte Blaek, van mijn tante Van Bempden, van Andries en van de rooversbende van Zwarten Piet, kwam ik langzamerhand verder.
Ik beweerde gisteren tegen Blaek, dat ik met mijn Engelschman naar Haarlem en terug zoude rijden in zeven kwartier; hij pretendeert hetzelfde te kunnen doen met de harddravers, die hij van den Heer Van Baalen gekocht heeft: en daaruit is een pari ontstaan, wie onzer het eerst den weg heen en weder zoude afgelegd hebben.
"Dat is mij bijzonder aangenaam," zeide ik: "ik herinner mij niet den Heer Blaek ooit gezien te hebben." Hier zweeg ik bot stil: en zij keek mij eenigszins verwonderd aan, als wilde zij te kennen geven, dat zij niets van mijn gezegde begreep, maar dat het haar voorts ten eenenmale onverschillig was of ik haar oom al dan niet kende.
Jongens! wat zat de vent in de benauwdheid!" "Ik ben uw dienaar, Mijnheer!" zeide de oude Heer Blaek zich buigende: "wij waren eens komen vernemen naar de gezondheid van de dames: en tevens moet ik u mijn dank betuigen voor de spoedige mededeeling.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek