Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 november 2025
De cipier nam Oliver's vrije hand, fluisterde hem in, niet bang te zijn en bleef Fagin zwijgend aankijken. »Breng hem naar bed!« riep Fagin. »Hooren jullie niet? Hij is de de ja, hij is de schuld van alles. 't Is het geld wel waard, hem er toe te krijgen Bolter's strot, Bill; laat de meid met rust Bolter's strot zoo diep als je kan. Zaag zijn hoofd af!« »Fagin,« zei de cipier.
»Ze schoten en de jongen werd geraakt. We staken de velden achter het huis over met hem tusschen ons in rechttoe, rechtaan, zooals de kraai vliegt over heg en steg. Zij zetten ons na. Vervloekt! de heele buurt was wakker en de honden achter ons.« »De jongen?« stamelde de Jood. »Bill had hem op zijn rug en vloog als de wind.
Nu sprong Bill overeind, en riep: "Gij, gij zelf zijt die Pam pam pam!" Hij kon van den lach niet verder; en de anderen bezaten zoo weinig zelfbeheersching, dat het gelach opnieuw algemeen was.
»Ik kon er niks an doen, Bill,« antwoordde Fagin; »ik kan 't niet uitleggen, waar ze allemaal bij zijn, maar ik kon er niks an doen, op m'n woord van eer.« »Op je w
En toen bedaarder: "hij was een lieve jongen; niet waar, mijnheer Hildebrand?" "Dat was hij," zeide Ik. "En toen hij wegging," ging de grootmoeder voort, "was het alsof het mij werd ingefluisterd dat ik hem niet weer zou zien; en Diaan hield hem bij zijn mantel terug. Niet waar, Diaan? Bill had niet moeten weggaan. Hij had moeten blijven, moeten oud worden in plaats van de vrouw.
Maar hij hoorde steeds de stem van het meisje, dat hem op zulk een toon van doodsangst bezwoer, aan haar te denken, dat hij 't hart niet had, den kreet te uiten. Terwijl hij aarzelde, was de gelegenheid voorbij; hij was reeds in het huis en de deur achter hem gesloten. »Deze kant,« zei Nancy en liet hem voor 't eerst los. »Bill!«
»Ja, ik kom van Bill,« antwoordde het meisje. »Je gaat met mij mee.« »Waarom?« vroeg Oliver terugwijkend. »Waarom?« echoode het meisje; ze hief haar oogen op, maar sloeg ze dadelijk weer neer, toen zij die van den jongen ontmoetten. »O! voor niets slechts.« »Ik geloof je niet,« zei Oliver, die haar nauwkeurig had gadegeslagen.
»Wist 't niet, laffe spitsboef!« snauwde Sikes. »Hoorde je dan 't leven niet?« »Ik heb er niks van gehoord, zoo waar ik leef, Bill,« antwoordde de Jood. »O nee! Jij hoort niks, natuurlijk niet,« smaalde Sikes met een woesten grijns. »Jij sluipt altijd in en uit, dat niemand je hoort komen of gaan! Ik wou, dat jij een halve minuut geleden de hond was, Fagin.«
"Een vuur!" fluisterde de hoofdman. "Er is niets van te zien," zei Bill. "Maar ik ruik rook, die van achter den naastbijgelegen heuvel schijnt te komen. Als mijn broeder wil afstijgen en met mij den heuvel beklimmen, dan kunnen wij zien wat zich daarachter bevindt." De twee verlieten hun paarden, en slopen naast elkander op den heuvel aan.
»Ja, ja Bill, laat me een beetje tijd,« antwoordde de Jood gedwee.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek