Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 oktober 2025
"Goeden dag, Mevrouw Huyck!" riep Henriëtte: "is het niet een recht lieve attentie van Mevrouw Van Bempden, dat zij mij wel mee wil hebben?" "'t Is klaar Joris!" zeide de knecht, het portier sluitende. "Vaartwel! Adieu!" klonk het over en weer: en het langzaam voortrollen der koets maakte een einde aan de afscheidsgroeten.
Het hoofd alzoo vol hebbende van Henriëtte Blaek, van mijn tante Van Bempden, van Andries en van de rooversbende van Zwarten Piet, kwam ik langzamerhand verder.
Tante Van Bempden, die alles had of kom laten komen, wat de weelde verlangen kon, ontving een kleine antieke urn, welke ik te Rome had gekocht: dit geschenk bracht een langdurige vergelijking teweeg tusschen den antieken en hedendaagschen smaak in bouw- en beeldhouwkunst.
Zoo ik de gelegenheid niet dadelijk herkend had, het was omdat wij deze reis langs een anderen weg waren gekomen. Nu werd mij duidelijk, waarom de oude vrouw mij op dien noodlottigen avond zoo had aangekeken: en ik verwonderde mij, haar toen reeds niet herkend te hebben, daar zij vroeger tuinvrouw bij mijn Oom Van Bempden geweest was.
Toen de eerste nieuwsgierigheid bevredigd was, werd langzamerhand het gesprek meer algemeen: en Tante Van Bempden, wier gedachten zich zelden lang bij het zelfde onderwerp bepaalden, en die er van hield de gelegenheid bij de haren te vatten, nam mijn vader onderhanden, om zijn oordeel, waarop zij, en met recht, niet weinig prijs stelde, over eenige nieuw uitgekomen werken te vragen, over welke hij haar echter grootendeels antwoordt schuldig moest blijven door zijn beroepsbezigheden slechts zeer weinig tijd tot lezen had, en in de weinige ledige oogenblikken, die hem overschoten, liever zijn oude classici bij de hand nam, dan de voortbrengselen van den dag.
Gedurende het onderhoud van mijn vader met Tante Van Bempden, gaf mijn moeder, voor wie die onderwerpen veelal te uitheemsch en te hoogdravend waren, mij een vrij breedvoerig, doch zeer duidelijk verslag van de gehoorde predikatie, en voegde er nogmaals de betuiging bij van haar leedwezen dat ik haar niet vergezeld had: Tante Letje zat stil voort te arbeiden, en vergenoegde zich, met nu en dan een aanmerking betreffende het een of ander, dat haar meer bijzonder gesticht had, te voegen bij hetgeen mijn moeder verhaalde: terwijl Suzanna, die, zoo lang het verslag duurde, zich alleen met haar trekpot en schoteltjes bemoeid had, na het eindigen daarvan het woord nam en mij vertelde, wie er al in de kerk geweest was, en met wie zij al in het uitgaan gesproken had.
Den volgenden dag kwam er een mand van Tante Van Bempden, met groenten en vruchten, welke zij aan mijn moeder stuurde, en een brief er bij van Suzanna aan mij, van den volgenden inhoud: "Sinjeur Ferdinand! Gij hebt voorwaar mooie stukjes uitgevoerd! daar zijn nu al mijne profetiën uitgekomen, dat gij nooit zoudt deugen. Ja!
"Wat zeg je?" hernam de stem van boven: "Mevrouw Van Bempden! scheer je ze wat? ja, in dat geval, wil ik ereis zeggen...." "Ken je mij niet, Roggeveld!" riep ik; want ik herkende nu duidelijk de stem, die mij al in den beginne niet vreemd was voorgekomen: "ik ben Huyck! geloof mij toch: Mevrouw Van Bempden staat daar buiten."
Maar nu schoven ook de overigen hunne zetels bij en ik zag, dat mijn taak niet zoo gemakkelijk was, als ik mij die had voorgesteld; want ik werd van vier of vijf kanten bestormd met vragen van geheel verschillenden aard; en daar het mij minder gemakkelijk viel, die gelijktijdig te beantwoorden, dan aan de overigen, om die gelijktijdig te doen, moest ik wel verzoeken, of men ordelijk wilde te werk gaan, en ik stelde voor, dat, ten einde niemand redenen tot beklag zoude hebben, elk der aanwezigen, te beginnen met Tante Van Bempden, die rechts van mij zat, op zijn beurt mij eene vraag zoude doen.
Tante Van Bempden had, niet oneigenaardig, dezen met den naam van Philemon, en genen met dien van Baucis gedoopt. Op deze plek hield Tante stil en voegden wij ons bij haar. "Nu, zooals gezegd is, Baas Roggeveld!" zeide zij: "vijftien gulden meer dan in 't voorleden jaar wil ik voor 't stuk wel geven; maar ook niet meer."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek