Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juli 2025
Mijn hart is ten uwen dienst, luid en stil, ik behoor u toe. Geen geluk is er voor mij zonder u. Gij hebt mijn leven en mijn dood." Toen begon Ferguut te lachen. Meende de jonkvrouw, dat hij zich door haar zou laten tegenhouden? "Niet om deze dingen ben ik uitgegaan," sprak hij, "maar om te strijden. Daarna zal ik tot u wederkeeren, jonkvrouw, maar gij moet mij uitstel geven.
"Gisteren is een vriend van mij gestorven, zegt Bill; hij wordt van middag begraven: eene mooie begrafenis. Gaat ge hem ook de laatste eer bewijzen? Neen, Mijnheer; ik behoor niet tot zijn maatschappij. Wat bedoelt ge? De begrafenis-maatschappij. Iedere zwarte is lid van twee of drie dezer maatschappijen. Hij moet daar veel voor betalen. Als hij sterft, krijgt hij dan ook eene mooie begrafenis."
Door natuur en door opleiding ben ik individualist. Maar in dit begrip zelf is nog een onderscheiding te maken. Is het zuivere individualisme waarlijk het impressionisme van 1880 en van de "Nieuwe Gids"? Dat moet ik absoluut tegenspreken. Om te beginnen, ik zeide het u reeds, hebben wij den invloed van 1880 niet rechtstreeks ondergaan. Ik behoor tot een andere generatie.
Ik wil wel gelooven, Leo! dat er nobele mannen, en waardige vrouwen bestaan, maar die zijn excepties; en ik behoor tot de misdeelden, die deze onschatbare uitzonderingen niet heb mogen aantreffen, of als ik meende ze ontmoet te hebben, voor die lichtgeloovigheid met bittere teleurstelling werd gestraft...."
Wanneer een vrouw doet wat ik gedaan heb, is het omdat zij met heel haar leven en hart en ziel bemint, omdat dit alles een deel van haar liefde is. Ik voor mij hecht aan niets meer waarde ik heb geen persoonlijkheid meer zonder u, ik ben niet meer mijzelve, ik behoor mijzelve niet meer toe. Ik behoor geheel en al u toe.
"Hier is een fatsoenlijk man, dien gij beleedigd hebt, meneer Rustig," zei de bootsman op den onderbetaalmeester wijzende. "Ja, meneer Rustig, even fatsoenlijk als gij, al is 't me tegengeloopen; ik behoor tot een van de oudste geslachten van het land," voegde Easthupp er bij, die zich nu door den bootsman gesteund zag.
Ik geef aan dezen tijd dit devies: Vuile zindelijkheid. Word niet boos, Marius, vergun mij te spreken: ik zeg van het volk geen kwaad, ge ziet dat ik den mond vol van uw volk heb, maar neem niet kwalijk, dat ik den burgerstand een weinig hekele. Ik behoor er toe. Die liefheeft kastijdt. En, ik zeg het onbewimpeld, men trouwt tegenwoordig, maar men weet niet hoe men moet trouwen.
Je hebt hier adellijke heeren en groote hanzen; daar behoor ik niet toe; waarachtig niet; ik ben niet van adel; ik ben geen groote hans; ik ben een parvenu, zoo je wilt." Henriette verliet de kamer. "Maar ik heb, Goddank! niemand naar de oogen te zien; dat's één geluk! Leve de vrijheid, en vooral hier in huis!
Deze wandelaar van Patron-Minette heeft een reden, waarom hij hier is, en ik zal ze vernemen. Men heeft in mijn bosch geen geheimen, zonder dat ik er bij behoor." Hij nam zijn spade, die zeer scherp was. "Hiermede," mompelde hij, "kan ik den grond en een mensch kort krijgen."
Ik ben het maar, Martialis, zonder eenigen last van eervolheid op de schouders, nauwlijks behoorende tot onzen kleinen ridderstand behoor ik er eigenlijk toe? zelden met meer dan eenige as op zak, die woont in een klein huisje, dat de Keizer hem schonk maar zònder waterleiding, en die nog zoo heel gelukkig is éen aardig slaafje éentje maar te bezitten, dat hem zijn water haalt; Martialis, mijn vrienden, die Hermes nu om zijn oud, klein toga-tje vraagt, om ten Hove, op avondbezoek te gaan!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek