Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juli 2025


Ik behoor juist niet tot de lichtbewogen menschen, en sedert mijn vader gestorven is, heb ik enkel bij anderen tranen gezien; doch toen zij sprak van het mausoleum, dat ik voor haar bouwen moest, omdat het noodlot haar, wie weet hoe spoedig, zou kunnen noodzaken een toevlucht te zoeken in de armen van den dood, toen was het met mijn zelfbeheersching gedaan.

Maar te gelyker tyd, dat ik getuigenis moet geven van de verhevene deugden van Mevrouwen ELIZABETH DANFORTH en GODEFROY, en van eenige andere van een onbevlekt caracter, behoor ik ook het gordyn te laten vallen voor alle de onvolmaaktheden der teedere kunne in deeze luchtstreek.

Dat weet ik, en juist dat dringt mij haar met opoffering van alle krachten te dienen. Ik behoor aan haar, zoo goed als de kluizenaar die zich aan Serapis heeft gewijd, aan zijn god. Ieder van zijn gedachten is voor hem. Den god, die hem schiep, wijdt hij lichaam en ziel tot in den dood, dien hij over hem beschikt.

»Hebt gij wel bedacht, Helleen," begon de laatste, »welk een fakkel gij zoo even in de wereld hebt geslingerd?" »Slechts kinderen en dwazen handelen onbedacht." »Gij vergeet de door hartstocht verblinden." »Tot dezen behoor ik niet." »Toch is de wraakzucht de vreeselijkste van alle hartstochten." »Ja, als men er in eene oogenblikkelijke opwelling gehoor aan geeft.

Het was aardig om te zien, hoe Laurie de borst vooruitzette, en met mannelijken trots om die insinuatie lachte, terwijl hij "met zijn hooghartig air" antwoordde: "Amy is te wel opgevoed om zooiets te doen, en ik behoor niet tot de soort van mannen die zich daaraan onderwerpen.

"Geenszins; ik ben eenvoudig deelgenoot in de vervulling van de algemeene taak. Zij, die nergens geschikt voor zijn, zijn goed om de soort te vermeerderen. De anderen moeten bijdragen tot de geestelijke ontwikkeling, tot het geluk van hun natuurgenooten. Dat is mijn gevoelen. Ik weet, dat een menigte lieden geneigd zijn deze beide takken van arbeid te verwarren; maar ik behoor niet tot dat getal."

Het is menschelijk medelijden te hebben met hen, die bedroefd zijn en hoewel dit iedereen goed staat, wordt dit het meest gevraagd van hen, die zelf vroeger behoefte hadden aan troost en dien steeds vonden. Onder dezen, hetzij het hem aangenaam is of dat hij eertijds er behagen in kreeg, als iemand hem daarom vroeg, behoor ook ik.

Dit alles gebeurde op klaar lichten dag. Andere, nog vermeteler feiten waren juist om hun vermetelheid bij het volk verdacht. Den 4 April 1832 klom een voorbijganger op den straatpaal aan den hoek der straat St. Marguérite en riep: "Ik behoor tot Babeuf!" Maar onder Babeuf vermoedde het volk den politieprefekt Gisquet. Onder andere zei deze voorbijganger: "Weg met den eigendom!

Uit de enkele personen, waarmee ik, en nog maar vluchtig, kennis heb gemaakt, kan ik mij geene juiste opinie vormen over allen; daarbij heb ik alleen nog maar eenige noties van de hofwereld, de cercles der diplomatie, waarin graaf Peterhoff mij meesleept, en van den kunstenaarskring, waartoe ik behoor, hetgeen naar ik meen een slechte maatstaf geeft om eene bevolking naar te beoordeelen."

Laat me over, 't is mijn lot, aan de op my wachtende aard. Haar moet ik met mijn bloed, als met mijn tranen baden. 'k Behoor haar: 'k ben, als zy, met 's Hemels vloek beladen. Die drukt my. Vlied me, ô vlied, of, neem my 't levenslicht Dit uur zelfs, en met een' aan 't ongeboren wicht! Wat zoude 't door zijn lach my 't moederwee verzoeten, Om, nog, by Adams val, ook ons vergrijp te boeten?

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek