Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 oktober 2025
»Je kunt niet weten, hoe het nog uitkomt,» zei ik. »Maar willen we nu de sleutels gaan halen?» Zwijgend gingen wij verder. De koster was in den tuin aan het werk, en Arie de Zwaan zat op een bankje achter het huis. »Zoo, kom je de sleutels halen?» vroeg hij aan mij.
Op reis? Ja, 't was een vermoeiende reis voor den oude. Voordat wij Arie Wessels bij den baron zullen binnenleiden, noodigen wij den lezer, om met ons tot den morgen van dien dag terug te keeren en het zoogenaamde kantoor van den baron Van Sommer binnen te treden, waar deze, in zijn voltaire liggende, de courant leest.
O, wat omringden zij den kleinen Arie al met bewijzen hunner liefde, wat deden zij hun best een braven jongen, een flinken man van hem te maken. Doch wat werden zij bitter in hunne verwachtingen teleurgesteld, want Arie werd een rechte deugniet, die zijn grootste genoegen vond in luieren, naar de herberg gaan en het geld opmaken van zijne brave pleegouders.
Adriaan Bolt met Karel Buurs, Huib de Leeuw met Arie Kooi, Dirk Langeraar met Cor Valk, en zoo verder. Vooruit, jongens, daar gaan we!» Ja, daar gingen we, en vlug ook, maar niet bijzonder verstandig. Want we konden zeer vlug steltloopen, al zeg ik het zelf, en we vielen niet zeer dikwijls.
Zij kwamen immers nooit in den toren? Maar wie kon dan de dader geweest zijn? Vruchteloos spande ik mij in, om het antwoord op die vraag te vinden. Tot mij opeens in de gedachten schoot, dat dit niemand anders kon zijn dan Arie de Zwaan, de neef van den koster, bij wien al eenmaal huiszoeking was gedaan. Ik hoorde, hoe iemand de trap afkwam. De deur ging open en Bobs gelaat verscheen om den hoek.
"Je mag eve bidde nog, Arie uit de Hazestraat... Dan is 't uit"... "Laat me nou leve... 'k Zel nooit meer hier komme"... "'k Begin al te tellen... tot honderd... Bid nou maar gauw... anders is 't uit"...
Nauwelijks waren die gewichtige woorden zijn mond ontgleden, of met een nog grooteren hap maakte hij zich opnieuw het spreken onmogelijk. "Maar man," vervolgde zijne vrouw, "hoe zullen we hem nu noemen? Hij moet zeker naar je vader vernoemd worden? Heette die niet Arie?" "Hij zal Dirk heeten, dat zal-ie," klonk het uit den vollen mond van den heer des huizes.
"Pas op nou... spreek zachies... as ze me zien, ben ik d'r bij"... "Dag Arie"... "Ach, Jezus!... Je maak me ongelukkig"... "Dag Arie"... "Ach toe... ga nou weg... 'k mag hier niet komme"... "Geef me 'n zoen"... "Nee toe nou... 'k Kom pas uit 't ruim... 'k Zie zoo vuil as 'n beest"... "Geef me 'n zoen, Arie"... "As je weg gaat... Dáár dan!... Maar ga nou vort... as ze me snappe"...
Arie Knobbel, de molenaar, die, ondanks den roes waarin hij 's avonds als dood ligt de gewoonte doet veel veeltijds in den nanacht weer opleeft, en dan het bed verlaat, misschien dewijl de trouwe kommiezen iets tegen de morgenlucht hebben; de molenaar intieme vriend van Mr.
Arie Knobbel die, als lid van den raad, eene plaats naast zijn vriend Tink had, gaf zijn buurman de verzekering dat Schelting des nachts als een razende door het dorp liep.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek