Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 augustus 2024


Hij roemde daarbij het zoete lenteweder, de frissche lucht der Kempen en de balsemgeuren, die van uit de verre mastbosschen hen tegenwalmden. Maar de sergeant-majoor had voor zulke dingen geene ooren. Van tijd tot tijd morde hij met eenen spotlach: "Altemaal kinderpraat! Vul daar eens uwen buik mede. Ik heb verduiveld grooten honger.

"Ach, gij goed Sanderken!" murmelde de vrouw, "de vruchten zijn zoet als wijn; maar nog zoeter, kind, is mij uwe vriendschap. Bedank in mijnen naam den notaris en zeg hem, dat Meken Verhelst voor hem zal bidden." Zij betastte het korfje. "Is dat alles voor mij, Sander?" "Ja, Meken, voor u, voor u alleen." "Dan mag ik er mede doen wat ik wil?" "Zeker, gij moogt ze altemaal alleen opeten."

Rebellen altemaal, Trekt henen, maar ik wil, ik wil uw Beestiaal Hier blijf tot roof en buit. Trekt henen uwer straten . Wij zullen van ons vee geen klaauw hier achter laten. Zoo blijft dan die gij zijt! Hoe, zullen dees Hebreên Ons trotsen? Neen, eer werd den alderleegsten steen Memfidis omgekeerd. Het vee dat zal hier blijven, Trekt met uw kinders heen, uw hoeren en uw wijven!

Het eene lied na het andere. Maar nooit straatliederen. De school en de overlevering hadden ons een heel repertoire bezorgd, altemaal liederen vol kleur en sentiment, beschaafd van taal en van toon. En steeds ging het ten slotte naar het godsdienstige toe. Met de Hernhutters zongen we: »Laat mij, slapend, op U wachten, Heer, dan slaap ik zoo gerust."

Wij hoeven niets te koopen. De lucht is hier gezond en de landstreek schoon. De lieden in het dorp beminnen en achten ons." "Ja, dat is altemaal wel, gij zijt met weinig tevreden; maar in de stad was het veel beter. Gij hebt uw leven gewaagd, Jan, en uwe linkerhand verloren, om eenen armen loteling te redden, die onder den trein zou verpletterd worden.

Dan volgden de zevenste en achtste benden; de eerste onder het bevel van Jean, Graaf van Aumale, de andere onder Mijnheer Ferry van Lotharingen. Ieder derzelve bestond uit tweeduizend zevenhonderd ruiters, altemaal mannen uit Lotharingen, Normandië en Picardië. Mijnheer Godfried van Brabant met zijn eigen Vazallen, ten getale van zevenhonderd wel uitgeruste ruiters, vormde de negenste bende.

Laat uw geschrift eens zien. VICTOR, mompelende. Met zijne bons altijd! Wat kan ik daarmee doen? 'k Ben er vet mee, met zijne bons! Ai mij, mijn oor! EDWARD, tot den meester. Meester, het is zijn geschrift van gisteren. Hij heeft daar straks eenen grooten Rubbens in zijn cahier gemaakt. DE MEESTER, tot Edward. Zwijg! gij weet dat ik geene overdragers kan lijden. Zijt gij er altemaal?

Ja, in Holland zelf deed men dit nog wel in de 17de en 18de eeu. »Wij spreken immers altemaal, Oprechte, zuiv're duitsche taal." gelijk Langendijk in een zyner blyspelen eenen Hollander laat zeggen. En Hugo de Groot spreekt ook van zyne »duytsche moedertale," ofschoon hy een echte Hollander was, en van Delft geboortig.

Hij wijst hem naar een stapel boeken. »Zie je die boeken? Altemaal ingezonden op hoop van een beoordeeling in mijn Tijdschrift voor Staatswetenschap. Heb je moed ze te lezen, en met een kort woord van critiek te behandelen? Zie je er niet tegen op? Dan verlos je mij van een taak, die me maand op maand meer begint tegen te staan.

"Maar," bemerkte Jan Verhelst een weinig verwijtend, "hier galmen de stemmen der vogelen, en te huis kouten, zingen en schreien onze kinderen...." "Dit is altemaal te stil, te stil voor eene arme blinde, die slechts nog leeft door het gehoor!" zuchtte de vrouw. "Wat zoudt gij dan willen, moeder?" "In de stad wonen, Jan, zooals men het u heeft beloofd." "Stel dit toch uit uwe zinnen, moeder.

Woord Van De Dag

juublende

Anderen Op Zoek