Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


Joa joa, 'k weet 't wel, en ik ben oud!" viel hij haar driftig in de rede... Moar 't es gelijk, ik zie ou geirne, sedert dien achternoen in 't Zonneputsen ben ik zot van ou geworden! O, Leontientsjen, as 't ou b'lieft, as 't ou b'lieft moak mij gelukkig! Mijn leven es hier zeu droevig! 'k 'n nog noeit gien uur oprecht plezier g' had in mijn leven!"

't Es kaud geworden; 't 'n zoe mij nie verwonderen da we vust of snieuwe kregen, zei 't Kuipken, na een lange poos. 't passeerde nacht al 'n klein beetse wit gevrozen en van den achternoen 'k uit alle veurzichtigheid onz' eirdappels mee streud doen dekken, antwoordde zij. Onz' eirdappels!... zacht deed dat woord hem aan; zoet klonk het in zijn ooren.

"Dezen nuchtink", schreef hij, "is mevreiwe mij weer komen bezoeken en zij was zoo vriendelijk en heeft mij zulke schoone goede vruchten meegebracht, maar, beminde vrouw, weet gij wat ik toch aardig vind: dezen achternoen ben ik eens boven op den berg gaan wandelen en wilt gij eens weten wie ik daarboven op den hoogen weg gezien heb? mijnheer den baron in zijnen odemobiel met nog eenen heer en met twee vrouwspersonen waarvan geen eene de barones was.

Ik hield vol, dat ik er met geen mensch over gesproken had en toen liet de kapitein Jurrie roepen. "Wie heeft je gezegd, dat we naar Spanje gaan?" vroeg Tromp op eenen zeer barschen toon. En hoor me nu dien onbeschaamden leugenaar eens aan! Weet ge wat hij antwoordde? Nu, hoor dan! "Huib Maerlant heeft het mij in den achternoen verteld, toen we bezig waren met een kabel te splitsen!"

"Wees toch niet als de ezel van Bileam, die sprak voordat hem gevraagd werd," zeide Bouke: "wat basterd? wat liederlijk? Er leeft geen beter knaap op de geheele wijde wereld dan die eigenste Joan: en ik laat mij villen, als ik niet met den middag naar zijn gevangenis toega en den achternoen bij hem doorbreng en u allen hier laat fluiten en pijpen en zingen, zooveel ge wilt."

Eiwel, beminde vrouw, ik heb er van den achternoen eens met den elektriek naartoe geweest, want er rijden hier ook elektrieks, zilde, zoo goed als in Gent; maar alzoo een groot en schoon hotel waar zij zijn, ook halfwege op den berg daar en hebt gij geen gedacht van. En al dat groot rijk volk en zoo schoone gekleed, daar zoudt gij van versteld staan!

"Neen, Moeder, ik ben niet moede! Ik wou...." "Dat je naar bed gingt!" sprak moeder gestreng. "Ja, maar Moeder, 't is nog maar drie uren in den achternoen en nog veel te vroeg om te gaan slapen!" "Maar niet te vroeg om eens bedaard te liggen nadenken welk een verdriet gij uwe Moeder aandoet! Marsch, uit mijne oogen! Bij de Trompen heb-je voor eenen geheelen dag genoeg gegeten! Scheer je weg!"

Dezen achternoen bevonden wij ons toevallig in den hof van het oude Sint-Jans-klooster.... en het was vergeeflijk, dat wij niet vertrokken, voordat de hemelsche muziek geëindigd was, die ons daar mocht boeien."

Dan stonden zij op met dreigende meening van vertrekken, maar: Daar en ia geen gedacht van, nu al, zegde de boer, onze achternoen is gezellig voorbij, we gaan er nog een steertje aanbinden met hespe en brood en een versche kruike bier of moet ge nog entwie of entwat gaan bezoeken? vroeg hij fijn pieroogend, ge hebt hier uw gerief, en hij schetterlachte bij die geestigheid.

Van 's morgens half tien tot laat in den achternoen vochten we als leeuwen. "Aoist, aoist, aoist!" klonk het op eens naast me. Het was de Smeerdieksche reus, die een kanon afgeschoten had en ontdekte dat hij met zijnen kogel de vijandelijke Ammiraals-vlag aan narden schoot. "Dat heb je 'm eens secuur gelapt, kompeer!" zeî ik. "Jae, jae, dat 'eb ik net! Aoist, aoist, aoist!" juichte hij.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek