Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Uit beleefdheid en omdat hij toch waarachtig zoo’n „uitstekend nette vent” is, lachen enkele gasten die hem kennen om die anecdoten, al zijn ze ook even oud als zijn gewoonte om vóórdat hij begint te vertellen te zeggen: „Misschien kennen de heeren en dames deze aardigheid al, maar...”
"Neem mij niet kwalijk, mevrouw," smeekte mijn tante, "ik had het opgewonden. 't Is het speelwerk in de lamp. 't Is anders de aardigheid, dat het zoo onverwachts begint, een poosje nadat het opgewonden is. 't Was om de vrinden te verrassen. Ik had gehoopt dat UE. wat later zou hebben gereciteerd; nu komt het er ook zoo mal in."
Als wij bij zulk een tol kwamen, waarschuwde Bob ons, dat wij niet moesten spreken of ons verroeren; hij betaalde en de tolgaarder zag slechts één man. Bob zeide de eene of andere aardigheid; men lachte en het rijtuig reed door.
Ge hebt gelijk, zeide hij; 't was maar voor de aardigheid. Opdat het niet meer gebeure, zal Capi voortaan alleen met u uitgaan. Wat ik ook gedaan had om goede vrienden met mijn broeders Ned en Allen te worden, zij hadden mij altijd nijdig van zich gestooten, en alles wat ik voor hen had willen doen, hadden zij geweigerd: blijkbaar was ik in hun oog geen broer van hen.
"Mij dunkt voor niemand anders dan voor mijne allerliefste weerbarstige nicht, Francis Mordaunt!" "Dat's geene fijne aardigheid, jonker! gij weet wel dat uwe nicht Francis niet trouwen zal." "Luister, Francis! Toen gij mij eens bij onze eerste wandeling over de heide diergelijk besluit hebt medegedeeld, had ik geen reden om u daarvan af te brengen.
Ik kom hier zoo dikwijls voorbij, en ik heb er altijd aardigheid aan, zoo netjes als alles hier er uitziet." Lize dacht, dat ze er niet veel om gaf, of de menschen haar prezen en iets vriendelijks zeiden; maar de woorden van het oude mannetje deden haar toch plezier, en ze antwoordde: "Ik ken je niet. Zeker woon je ver van hier?" "Ik woon daar ginds, in de bergen," zei het mannetje.
"Geen aardigheid." "Vertel het mij dan." "Na den eten, papa; niet voordat de wijn uw hart een weinig zachter heeft gestemd. Het is verhard in Holland." "Niet te uwen opzichte," zegt de Hertog. "Vertel het mij, mijn schat." "Niet voordat gij mij op uw doorluchtige knie laat zitten." Dit zeggende is zij reeds op zijn knie en vertelt hem onder liefkoozingen en vleierijen en kussen van haar beminde.
Gelukkig dat een gids hen opwachtte in de spoorhalle te Brussel! Slechts tweemaal hadden zij zich in de hoofdstad bar kunnen vervelen in hun leven: aan die stad vonden zij als treffelijke sinjoren geen aardigheid. Snepvangers ontving de reisboekjes, en zij volgden den gids naar den doorgaanden trein.
"Als ze nog maar eens wat aardigs wilde spelen," fluisterde de kapitein mij toe, "zoo'n marsch uit Robert le Diable of eens iets uit de Muette; in mijn jongen tijd moest ieder die gaan hooren, daar was nog wat aardigheid aan, maar...." "Francis! om 's Hemels wil, schei uit, of wij moeten er uitscheiden," riep nu de generaal als in wanhoop; "ondanks mijne hardhoorendheid, word ik er toch wee van.
's Avonds, voordat de beide meisjes zich gingen kleeden voor het feest, nam Cécile Elsje nog eens onder handen op haar kamer. "Gedraag je nu als 't je blieft een beetje netjes," zei ze, "en lach vooral niet zoo onbeschaafd luid. Dat deedt je gisterenavond telkens, als Frits een aardigheid zei. Die keek ook al zoo vreemd op, toen hij het hoorde!" "Dat is niet waar," zei Elsje driftig.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek