United States or Armenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


De beer komtsloegen zij op de vlucht. Eindelijk verscheen ook de burgemeester op het marktplein. Hij ging regelrecht naar Tip, dien hij met gefronste wenkbrauwen en een toornigen blik aanzag, en zeide op boozen toon: »Daar hebben wij het leven nu al gaande, Tip. 't Is me wat moois, dat afschuwelijke beest hier midden op het dorp

Toen merkte ze, dat hij haar aandachtig aanzag, met zijn eerbied. En ze herwon zich weêr; ze wilde niet verder met hem over Emerson praten. Het is heel mooi! zeide zij alleen nog, met eene stem, zoo banaal mogelijk, om te eindigen. Mag ik u een kop thee geven? Dank u zeer, mevrouw; ik drink nooit thee op dit uur. U ziet daar zeker met minachting op neêr? spotte ze.

Reeds toen ik zeer klein was, ik was leelijk en schraal en onbehendig in alle spelen en lichaamsoefeningen, aanzag een iegelijk mij voor eenen onnoozele, en werd ik dikwijls geslagen. Knapen, noch meidekens hadden medelijden met mij. Jongeling geworden, wilde geenerlei meideken weten van mij, zelfs niet mits betaling. Toen vatte ik wrok en haat op tegen een iegelijk wezen, dat komt van de vrouw.

Zij lachte ook en wierp hem haar viooltjes in het gelaat, en hij verzamelde ze, en stak ze in zijn knoopsgat. Toen vatte hij haar hand en zag haar aan. Hoû je van me? vroeg hij, met zijn oogen in de hare. Zij legde haar witte handjes op zijn schouders en terwijl zij hem vast aanzag, boog zij zich langzaam voorover. Wat? vroeg zij vol teêrheid.

Of het uwe wille is en bekwame, wees mij niet booze, maar toen ik aanzag hoe gij uzelven in meswende gebracht hebt door te springen met uw goede ors in zoo diepe wateren, terwijl gij rustig hadt kunnen gaan den zelfden weg, dien ik voor mijn kudde ontdekt heb, toen heb ik gelachen. Vergeef, edele heer, een dorperlijken keytief: ik en had niet moeten lachen, voorwaar: heb mijns genade!

Verschrikt zag Hostein, die voor den spiegel stond, om naar den naast hem zittenden man, lei ’t stukvetschmink”, waarmede hij zijn wangen bestreek, neer en zei: „’t Is verschrikkelijk;” maar toen de oude man opkeek en hem aanzag, terwijl ’t licht der gasvlam vol op zijn ontdaan gelaat viel, ontsnapten hem plotseling de woorden: „God! Walten wat zie je er uit!

Toen de moeder, die zonder het zelve te weten zoo geheel in den geest van haar kind had gesproken, hem zwijgend aanzag, terwijl er in den blik, waarmee zij hem beschouwde, een aantal vragen waren opgesloten, stond Frans van zijne zitplaats op: naderde de dierbare vrouw, sloeg den arm vertrouwelijk om haren hals en fluisterde, na eenig aarzelen, een lange, een zoete, en toch zoo pijnlijke bekentenis, die der goede moeder ten slotte verbaasd: "Mathilde Schorel....! Frans! is het mogelijk!" deed uitroepen.

"Lise," klonk het halfluid, "Lise, gij mij dunkt het is beter dat gij niet zoo dikwijls meer naar Nelly gaat naderhand, meen ik; later, als Army weer te huis is, en de nicht," voegde zij er vergoelijkend bij, toen Liesje haar verrast aanzag. "Zie, het is niet ik denk ik " zij stamelde en zweeg.

Ik stond woedend van tafel op en verwenschte den hazepeper, den waard en zijn logement. 's Nachts sliep ik beter dan ik verwacht had en den volgenden morgen gingen we vroeg op weg. Ik was zoo vol van den hazepeper van den vorigen dag dat ik alle beesten, die ik tegenkwam, voor katers aanzag. Zoodra ik in Madrid was aangekomen en mijn drijver had betaald, huurde ik een gemeubileerde kamer.

Toen, terwijl zij Hedwig met hare donkerblauwe oogen ernstig aanzag: "Ik houd al veel van u!" "Dat weet je nog niet, daar weet je nog niets van," riep Hedwig plagend. "Jawel, jawel, ik weet het juist wel, ik weet het zeker," zei Tieka met nadruk.