Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juli 2025


Die karmijnen blaadjes, plooiend over elkander, heet en dorstig naast het gekartelde groen, vind ik om te zoenen, het wit is om zoo volop met breede handen aan te vatten en op te werpen om het hoofd, om het lichaam als klaterend uit een fontein. Maar er is het roze nog, het wit met bloedende randen, het fluweelige paars, het andere rood, het effene blauw.

Ik spreek niet van de moeielijke en wonder spreukigedingen, die wij tot het terugbekomen onzer kleinoodiën moesten ten uitvoer brengen; als met vier pooten tegen den muur oploopen, een spiegel stuk trappen, den zolder zoenen, en dergelijke; noch van zoete penitentiën, als daar waren: hangen en verlangen, de diligence, de put, de klok, het bijenkorfje, en andere, waarbij machtig veel gekust en evenveel gegild werd.

"Ik zal 't je maar niet te zwaar opleggen, jongen!" antwoordde Sijtje. "Schiet er twee, en ik zel leuven dat je 't nog kenne." "'t Zel beuren, Sij!" riep de jager, en sloeg zijn arm om haar middel, "'t Zel beuren na je woorden, of mijn naam zal geen Teun de Jager meer zijn!" En hij trok haar naar zich toe. "Bedaard, Teun-tje!" riep het meisje; "geen gekheid hoor! Zoenen, ben je raar?

"Nee, schei uit met dat zoenen, akeligheid!" Het zeil was klaar. Nu stond hij op een keukenstoel en hing de gordijnen op. "Ze zijn te kort, Hen." "Da's niks. Dat kun je van buiten niet zien." "Wat een gezellige kamer, als-ie angekleed is, ?" "Zoo, nou doe ik niks meer." Ze zaten samen bij de tafel. Pop had koffie gezet. Hen las de krant, die hij aan een kiosk gekocht had.

Men hoorde hem van 'k weet niet hoeverre op zijn klompen aankomen en telkens als ik hem zoo hoorde drong 't besef in mij door hoe gemakkelijk dat zou gaan om Tieldeken even in de zij te knijpen en te zoenen, zonder dat de oude er iets van merkte.... als ik het maar had durven wagen om eventjes Tieldeken te knijpen en te zoenen.

Bazinne, zoete bazinne, ik, arme pelgrim, pleeg niet voor zes gulden te eten; ik heb mij vol gepropt en straks laat ik de tong hangen als een hond in de zonne: wil mij betalen, ik verdiende eerlijk de zes gulden door het lastige werk mijner tanden; geef ze mij, en 'k zal u streelen, u zoenen, u kussen, met meer vuur dan wel zeven en twintig minnaars te zamen.

Eer Serre, Sally en Rozetje groot waren, was zij 'n oud vrouwtje zij die in 't krotten-leven verwelkte. Als-ie 'r nou had mogen zoenen, zouen z'n lippen iets gezegd hebben van den vreemden eerbied, de plots wakkere stille genegenheid die in 'm gekomen was. Zóó zou-ie 'r morgen zien overmorgen in 'r uitgeputheid in 'r slaap met de gespreide armen, alsof ze niet meer kòn.

Hij dacht aan zijne beleefde liefde voor Henriëtte en aan den eed, dien zij samen zoo dikwijls met zoenen en streelingen bezegelden. Eene schaduw kwam over zijn hart. Wilt gij met verzen probeeren? lachte Florjan. Mijnheer du Bessy zou gaarne geweend hebben. Het was hem of de geheele wereld grof was geworden en zonder tuinen.

Je hebt toch geen mooiere jurk dan ik had?? vroeg Cecilianus angstig. De vier vrouwen lachten luid op. Niet zóo mooi!! troostte Thymele. Kom lievelingen, hoepel op. Gymnazium moet mij nu kappen. Of liever, kom: laat mij je eerst flink zoenen op je lieve bakkesen.... Thymele, ik ben nog rood en blauw! riep Cecilianus. .... En ik zwart en wit! protesteerde Cecilius.

De natte, zoele wind sloeg om haar heen, ze haalde diep adem. "Makkelijk praten". Waarachtig, daar liep ze bijna tegen een stel aan, dat onder een lantaarn stond te zoenen.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek