Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


Hij was nog een vijftig schreden van haar stulpjen af. Daar ritselde het hout aan zijn linkerhand, en Sijtje sprong met een luiden kreet, om hem te verschrikken, te voorschijn. Het doofstomme kind volgde haar langzaam. Teun de Jager verschrikte werkelijk meer dan Sijtje had kunnen verdachten. Een koude rilling ging hem door de leden. Maar hij herstelde zich. "Platzak!" riep hij met een lach.

"Duivelsche hond! motje nou al zuipen?" gromde hij baloorig. Maar terstond veranderende, zei hij zacht tot zichzelven: "Als Sijtje wist dat ik knorrig op den hond was! Ik verdien vandaag ongelukkig te zijn." Een ongelukkige overtuiging voor iemand die ter jacht gaat. Nu verhaastte Teun de Jager zijne schreden en bereikte het dorp.

Maar hij trok haar de tasch uit de lieve hand en schoof ze met een woesten ruk op zijn rechter zijde. Het meisje lachte en sprong voor hem heen, om er toch in te zien. Het schot dreunde; de hond sloeg aan; en Sijtje lag bloedende aan zijn voeten.

De verzoeking was groot. Hij had nog niets opgedaan, na eene vermoeiende jacht van zoovele uren! Nog meer! hij had zich beroemd dat hij patrijzen mee zou brengen. Hoe zou Sijtje hem den beloofden kus weigeren; erger! hoe zou zij hem uitlachen! Zijn naam zou geen Teun de Jager meer zijn. De oppasser van het Berger Bosch was naar Alkmaar.

De ongelukkige Teun de Jager verviel in zware koortsen, waarin hij onophoudelijk ijlde en raasde. In den nacht nadat Sijtje begraven was, ontsloop hij zijn in slaap gevallen waker en klom het venster uit. De oppasser van het Berger Bosch, die laat tehuiskwam, zag hem in den maneschijn boven op het duin in zijn hemd arbeiden. Hij ging op hem af. Teun herkende hem niet.

Zijn haan kraaide; het licht scheen door de reten en vensters. Hij kleedde zich tot de jacht. En nu, daar hij lang op de zee staart, herhaalt zich het visioen, en het hoofd van Sijtje verschijnt tusschen de zonnige, schuimige rimpels van de Noordzee, en gaat op en neder met de golven.

Het halve dorp snelt toe en dringt zich om het lijk van Sijtje en om den rampzalige, die zijn geweer terug begeert en in stomme razernij met de omstanders worstelt.

"Gedaan!" riep Sijtje vroolijk, en zij trad naar hem toe, en gaf hem een fikschen handslag, en liet zich een kus op de wang drukken, waarbij zich haar mondje iet of wat minder afdraaide dan anders; en de doofstomme jongen, die het aanzag, lei zijn hoofd in den nek, sprong in het rond van genoegen en klapte in de handen op het heugelijk gezicht.

Terwijl Veldin het eerste greep, ging hij om het ander zelf op te rapen. Het leefde nog, en poogde zich in het mos te verbergen, maar hij pakte het. Droevig en klagelijk zag het dier hem aan met zijn klein rond oog, waarin het licht reeds half was uitgebluscht. Hij liet het weder vallen. Met zulk een oog had Sijtje hem aangezien in dien akeligen droom. Het geheele visioen stond hem voor den geest.

En hij vervolgde zijn weg. "'t Was maar een haas," zei Teun de Jager; maar wat wilde hij dan? Laat ik u iets van Sijtje vertellen, en gij zult het begrijpen. Ik zal niet beginnen met te zeggen dat Sijtje het mooiste was van al de Schoorlsche meisjes; want zulk een uitdrukking zegt soms niets, soms te veel, en is in alle gevallen afgezaagd.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek