Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Op het kasteel wonen nu andere menschen en ik kom er nooit meer. Zoo heb ik ook in jaren 't boerderijtje niet weêrgezien. Wat is er geworden van Zieneken, van haar ouden vader en haar oude moeder, van 't vechtlustig Feelken... ik weet het niet! Zoo nu en dan, in den loop der jaren, heb ik eraan gedacht, en telkens ook weer het verlangen gevoeld om er iets meer van te weten.
En Zieneken wees mij door het raampje, in 't mistig-grijze van de wintervlucht, een kromgebogen ventje, dat, met inspanning een zwaar. beladen kruiwagen voortduwend, in 't donkere van een openstaande staldeur verdween. Feelken!... O, was d
Doch gisteren, hoe of waarom juist gisteren zou ik niet kunnen verklaren, want niets bizonders gaf er eenige aanleiding toe gisteren kwam het zich eensklaps met de kracht van een obsessie aan mij opdringen... Zieneken, Feelken, de oudjes, het roze boerderijtje onder de bloeiend-opwolkende kruinen van zijn lenteboomgaardje, het sarde en kwelde alles dooreen in mijn geheugen, ik kreeg er heimwee naar, ik móést er heen.
"Da es nou al den twieden kier da 'k hem azeu betroape; moar as 't nou nog ne kier gebeurt, vliegt hij 't hof af, op stroate! Ala, leulijke sloeber, noar ou wirk; en 'n kom van doag onder mijn eugen nie mier!" Zij knijpt en schudt hem nog eens flink door elkaar en met een mep om zijn oor, die hem even doet huilen, maakt hij zich uit de voeten. Meer en meer verbaasd kijk ik Zieneken aan.
Ik kon er absoluut niet wennen en ik geloof dat werkelijk door het lijden van het heimwee ik ben gaan zoeken: wat zal ik doen, ik moet iets anders doen. En toen ben ik voor eigen pleizier een dingetje begonnen te schrijven, iets van niemendal, het heette "Guustje en Zieneken", een boerenverhaaltje. Dat liet ik lezen aan mijne tante, Virginie Loveling, een zuster van mijne moeder.
Nu en dan bracht ik een bezoek op het kasteel, waar vrienden woonden; en meestal, om den weg te bekorten, en misschien ook wel om nog eens even Zieneken te zien, ging ik over 't erf van 't boerderijtje heen.
Een eigenaardig geluid, achter een plankenbeschot, treft er mijn oor. 't Is of er daar gevochten wordt, in 't stroo. Ik hoor hijgen. zwoegen, dof bonzen en stampen; en 't is of er de stroohalmen onder een stormwind door elkaar worden geslingerd en gezweept. Wat es da, Zieneken?" vraag ik verbaasd. Stt!" sist ze, met den vinger vóór den mond.
Waarom kwam ik er terug, op dien grijzen, droeven, somberen wintermiddag, daar waar voor altijd in mijn geest een beeld stond vastgegroeid zoo vol van zon en licht en kleur en poëzie en lente? Toch was er nog iets dat ik gaarne weten wou. En da koewachterken, Zieneken, weet-e nog wel, da Feelken, die mee zijn mes in 't streu lag te vechten, wa es er doarvan geworden?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek