Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


Haar pantser was zoo stevig, alsof het was vastgegroeid. Siegfried sneed het open met zijn zwaard Gram, van den hals naar beneden en langs de beide armen en trok haar het pantser uit. En zij ontwaakte en richtte zich op, en zij zag Siegfried en zeide: "Wie doorsneed mijn pantser, wie verbrak mijn slaap, wie verscheurde mijn tooverboeien?"

De weeke tong ligt met haar geheele onderzijde vastgegroeid, onbeweeglijk in de onderkaak. De verbazend groote onderkaaksbeenderen wijken van achteren ver uiteen en hebben nog een buitenwaartsche bocht vóór het gewricht, dat hen met den schedel verbindt; de vloer van de mondholte heeft hierdoor den vorm van een ontzaglijk grooten lepel.

Wel waren in Genève de funkties van kerk en staat gescheiden, de regeering vormde geen eigenlijke theokratie; maar de staat was zoo gedrenkt met den geest der kerk, de kerk zoo vastgegroeid in het lichaam van den staat, dat beide machten voor het bewustzijn der burgers in één ongedeelden glans verschenen, evenals de liefde voor hun geloof en hun politieke vrijheid daarin tot één gevoel waren samengegroeid.

Zijn woning is het huis van een inlander, gemeubeld met eenige stoelen, een tafel en een paar kasten uit de dagen van de Compagnie. Een Indische rommel. Hij toont me waardevolle schilden van reusachtige schildpadden, en eenige mooie exemplaren van takkenkoraal, een algensoort, die men hier aan den bodem der zee vindt vastgegroeid en achabaché noemt.

Waarom kwam ik er terug, op dien grijzen, droeven, somberen wintermiddag, daar waar voor altijd in mijn geest een beeld stond vastgegroeid zoo vol van zon en licht en kleur en poëzie en lente? Toch was er nog iets dat ik gaarne weten wou. En da koewachterken, Zieneken, weet-e nog wel, da Feelken, die mee zijn mes in 't streu lag te vechten, wa es er doarvan geworden?

Met geen woord hadden ze gescholden of geschimpt, maar bij elkeen stond de haat vastgegroeid door den tijd en geen van beiden zou een vinger toegeven, ze wisten het. Ze waren er nu aan gewend en Verlinde dacht niet meer aan ruzie en heel zelden aan Vanhoutte.

En nu was het in de huishouding van meneer Cathoen een zeer eigenaardig verschijnsel, dat hij telkens van meiden veranderde, terwijl de knecht er als 't ware vastgegroeid bleef. Een dienstmeid, in het huis van meneer Cathoen, bleef er zelden langer dan een, of hoogstens twee jaren. Dan vertrok ze, geen mensch wist waarom, en er kwam een andere voor in de plaats.

Die hele zwijgende, stilzittende schare is in haar rangschikking een door de eeuwen vastgelegde beweging. Het is lokken en volgen, jagen en vlieden, maar nu vastgegroeid tot een maatschappelijk gebruik.

Ik voel dat, en wat ik voel is mij niet mogelijk te loochenen! Dat mensch, dat je heeft durven aanspreken, ze is in mijne verbeelding vastgegroeid: ik voel haar naast me, ik ruik haar en ik voel het zoo intens, zóo intens, dat er nog iets is tusschen jou en haar, dat ik het je durf zeggen: je liegt, je liegt, je liegt om haar, en mij bedrieg je, daar!

Uit hetgeen wij boven bespraken, volgt reeds dat de beenderen op zeer verschillende wijze aan elkander kunnen zijn bevestigd. Sommige beenderen zijn zoodanig aan elkaar vastgegroeid, dat zelfs geen naad meer te zien is; dit is bij den mensch met de beide voorhoofdsbeenderen het geval, ook met het bovenkaaks- en het tusschenkaaksbeen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek