Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Men onderscheidt naar den vorm en naar de plaats, waar zij in de kaken gezeten zijn, bij hetzelfde Zoogdier drie soorten van tanden, nl. de snijtanden, de hoektanden en de maaltanden of kiezen. De snijtanden dienen in 't algemeen om het voedsel af te bijten; zij hebben eene scherpe kroonvlakte. De snijtanden der bovenkaak zijn in het tusschenkaaksbeen (fig. 33, 36) ingeplant; die der onderkaak staan daar tegenover in het onderkaaksbeen. De hoektanden (fig. 36, h) zijn aan hunne kroonvlakte puntig; zij zijn dan ook vooral groot bij dieren, die zich met andere dieren voeden, en dienen om der prooi stukken vleesch uit het lichaam te scheuren. Groote hoektanden vindt men bijv. bij leeuw, kat, wezel; terwijl de planteneters kleine of in 't geheel geene hoektanden hebben (fig. 33: paard; rund; konijn). De hoektanden der bovenkaak zitten in het bovenkaaksbeen, dáár waar dit aan het tusschenkaaksbeen grenst. Op de hoektanden volgen de kiezen, die dienen om de spijzen zoodanig in fijnere stukken te verdeelen, dat de verteringsvochten er gemakkelijk op kunnen inwerken. (Vgl. bl. 24). Bij de vleescheters is het voldoende dat de opgenomen spijs in stukjes wordt geknipt; bij de planteneters echter zou op deze wijze de spijsvertering niet genoeg worden voorbereid. De plantaardige spijs toch kan (om redenen, welke later zullen worden uitééngezet) alleen d
Teekeningen van mensch- en dierschedels door een van zijn leerlingen aan de teeken-academie vervaardigd toonen de verschillende vergroeiingen van het tusschenkaaksbeen, die hij heeft waargenomen. Doch men weigert hem het plaatsje waarop hij aanspraak maakt.
De twee kanalen, die als voortzettingen van de beide afdeelingen der neusholte zich door de geheele slurf uitstrekken en door een uit bindweefsel en spiervezels bestaand verlengstuk van het kraakbeenig neusmiddelschot vaneengescheiden zijn hebben een vrij gelijkmatige wijdte tot dicht bij het midden van het tusschenkaaksbeen, hier kunnen zij vernauwd worden, zoodat de vloeistof, die in de slurf is opgezogen, niet verder kan doordringen.
Algemeen beweerde men dat het tusschenkaaksbeen, dat bij den aap wèl, bij den mensch niet zou voorkomen, als het ware een scheidingslijn uitmaakte tusschen mensch en beest; hieraan klampte men zich halsstarrig vast, aldus weer eens bewijzend, hoe aanmerkelijk overigens eerbiedwaardige vaklieden zich laten beïnvloeden door religieuze en pseudo-wijsgeerige vooroordeelen.
Uit hetgeen wij boven bespraken, volgt reeds dat de beenderen op zeer verschillende wijze aan elkander kunnen zijn bevestigd. Sommige beenderen zijn zoodanig aan elkaar vastgegroeid, dat zelfs geen naad meer te zien is; dit is bij den mensch met de beide voorhoofdsbeenderen het geval, ook met het bovenkaaks- en het tusschenkaaksbeen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek