Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
Haar gebit bestaat uit gladde, ongegroefde en spitse knaagtanden en wortellooze maaltanden, welker kauwvlakten bijna op het Arabische cijfer 8 gelijken. De totale lengte van dit dier bedraagt omstreeks 26 cM., waarvan de staart iets meer dan een derde in beslag neemt.
De maaltanden hebben platte kronen, met dwars gerichte verhevenheden op de kauwvlakte, die slechts bij enkele door knobbels vervangen zijn. De voor- en achterwaartsche beweging van de onderkaak in aanmerking nemend, is het niet moeilijk in te zien, dat de dwarse richting der oneffenheden, het vermalen van harde stoffen in hooge mate bevordert.
Het gebit bestaat uit 5 cilindervormige maaltanden in elke helft van de bovenkaak; in de onderkaak zijn er bij Choloepus vier, bij Bradypus vijf; de voorste van elke reeks is bij Choloepus grooter dan de volgende en hoektandvormig; bij Bradypus is hij daarentegen kleiner dan de overige. Het verbreidingsgebied van de Luiaard is tot Zuid-Amerika beperkt.
Aan het gebit valt op te merken, dat de snijtanden van de bovenkaak ongelijk zijn: de voorste van de twee, die in iedere kaakhelft voorkomen, is de grootste en dikste; de hoektanden zijn klein; de kroon van de maaltanden is van knobbels voorzien.
Nu is wel bij eenige Luiaards de voorste kies zeer dicht bij den voorrand van het bovenkaaksbeen gelegen en door een tusschenruimte van de overige kiezen gescheiden; hij onderscheidt zich echter in geen enkel opzicht van de maaltanden behalve door zijn grootere lengte.
De kop van dit dier is zeer groot in evenredigheid van zyn lichaam; zyne ooren, die byna een halve cirkel maken, zyn meer breed dan hoog; zyne oogen zyn groot: zyn bek is gewapend met maaltanden, en sterke en puntige honds-tanden. 'Er zyn zes sny-tanden in elk kakebeen; maar die van de beide reijen zyn alleen zichtbaar; de vier tusschen beiden staande komen naauwlyks uit derzelver holligheden.
Men onderscheidt naar den vorm en naar de plaats, waar zij in de kaken gezeten zijn, bij hetzelfde Zoogdier drie soorten van tanden, nl. de snijtanden, de hoektanden en de maaltanden of kiezen. De snijtanden dienen in 't algemeen om het voedsel af te bijten; zij hebben eene scherpe kroonvlakte. De snijtanden der bovenkaak zijn in het tusschenkaaksbeen (fig. 33, 36) ingeplant; die der onderkaak staan daar tegenover in het onderkaaksbeen. De hoektanden (fig. 36, h) zijn aan hunne kroonvlakte puntig; zij zijn dan ook vooral groot bij dieren, die zich met andere dieren voeden, en dienen om der prooi stukken vleesch uit het lichaam te scheuren. Groote hoektanden vindt men bijv. bij leeuw, kat, wezel; terwijl de planteneters kleine of in 't geheel geene hoektanden hebben (fig. 33: paard; rund; konijn). De hoektanden der bovenkaak zitten in het bovenkaaksbeen, dáár waar dit aan het tusschenkaaksbeen grenst. Op de hoektanden volgen de kiezen, die dienen om de spijzen zoodanig in fijnere stukken te verdeelen, dat de verteringsvochten er gemakkelijk op kunnen inwerken. (Vgl. bl. 24). Bij de vleescheters is het voldoende dat de opgenomen spijs in stukjes wordt geknipt; bij de planteneters echter zou op deze wijze de spijsvertering niet genoeg worden voorbereid. De plantaardige spijs toch kan (om redenen, welke later zullen worden uitééngezet) alleen d
Als wij hier nog bijvoegen, dat er zelden email-lagen in de maaltanden doordringen, hebben wij, behalve de overeenstemmende eigenaardigheden van den ontwikkelingsgang, alle gemeenschappelijke verschijnselen in den lichaamsbouw van de Evenvingerigen op den voorgrond gesteld.
Het gebit van de Onevenvingerigen onderscheidt zich door de kleinheid of afwezigheid der hoektanden en de door lijsten verbonden knobbels der maaltanden; snijtanden komen in beide kaken voor.
Wat het aantal en den vorm der snijtanden betreft, wijken de familiën en geslachten belangrijk uiteen; de hoektanden bereiken bij sommige een aanzienlijke grootte, en zijn bij andere kleiner dan de snijtanden; alleen de maaltanden vertoonen bij de Insecteneters in zooverre overeenstemming, dat de voorste eenspitsig, de achterste meerspitsig zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek