Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Of dezen dooden mond nooit vader, vader! riep, Dees wiens liefde in mijn hert begraven lag zoo diep, Die letterlijken stond in mijn gemoed geschreven, De zonne van mijn vreugd, de ziele van mijn leven, Den rechten erfgenaam, en d'aldernaasten oor Van al mijn rijke haaf, van 't goud in mijn thresoor, Ja, 't beeld mijns aangezichts, de wortel, die de vruchten Mijns zaads beloofde voort te brengen met genuchten.

Zij zijn het, die, minneziek, 's avonds in waranden en hovingen zwerven, ofwel in het diepst der bosschen, langs de lommerige paden, op zoek naar de ziele eens mans, om de genieting der minne te smaken.

Didoneel! Menig jaar hebt gij ons gediend, met Mordret. Nu zult gij het loon wel ontvangen. Wij zullen, wen wij uw ziele hebben, haar steken en slaan en harde pijne doen! Wij zullen spelen met uwe ziele! Wij zullen daar mede sollen als met een bal en uwe ziele werpen van de' een naar d'aâr! Didoneel! Didoneel! Geef ons uwe ziele, dat wij er ons jolijt mede drijven en riveel naar onzen aard!

Hij had ontdekt hoe een ellendig mensch Bos geweest was, hoe hij geleden had tot zijn doodsure alle weeën, die een ziele dragen kan, en hoe hij toch ten langeleste eronder was bezweken. Hij vertelde hoe de kunstenaar dan gewerkt had, hoe zijn koortsige geest al die akeligheden geschapen had en gebeeld in kleuren, en hoe in dat schijnbaar-drollige werk van Bos een verwijt lag voor de menschen.

En met God bij zijn ziel en zijn ziele met zijn God vereenigd, sluimert hij zacht in de ruste des slaaps. Het is zoo, er zijn ook onrustige nachten. David kende ook den angstkreet: »Ik sliep, maar mijn hart waakteHij wist ook van nachten, dat de slaap van zijn oogen week, en de bitterste tranen zijn oog bevochtigden.

Den bliksem van zijnen oogslag niet kunnende verdragen, liet ik het hoofd voorovergaan. "Hoofd recht, en zie mij in de oogen!" riep de kapitein. Ik weet niet, maar het was mij, alsof iets vreeselijks uit zijnen blik mij in de ziele drong; en opnieuw boog ik het hoofd, van benauwdheid en van schaamte schier bezwijkend. "Wie heeft om Gods wil zulke soldaten geschapen?

Toen trok Klaas naar zijne hut, gevolgd door Lamme, die stapte alsof hij wollen beenen aan zijn lijf had. Rond het einde van heur derde jaar ballingschap, keerde Katelijne te Damme terug naar heur huis. En gedurig sprak zij uitzinnig: "Vuur op het hoofd, de ziele klopt, maakt een gat, zij wil er uit". En altijd vluchtte zij weg, bij het zien van ossen en schapen.

"Moest ik het uur mijns doods weten, ik zou van nu af aan beginnen te sterven, al ware ik zeker van nog twintig jaar te leven." "Wees niet bevreesd, ik zal het u niet zeggen," antwoordde mijnheer Reimond met eenen glimlach. "Uwen geest ontbreekt het licht en uwer ziele de sterkte, die er noodig zijn om den dood aan te zien, zooals hij is.

Te midden van den rook, zag zij nu een roode vlam ten hemel stijgen. Hij gaat sterven, sprak de weduw. God, ontferm U der ziele van den onschuldigen martelaar. Waar is de koning, dat ik hem met mijne nagelen het hert uitrukke? En de doodklok klepte.

Dat grenst aan levenloosheid; dat nadert de verdorring en de verflensing der ziele. Zoo mag en moet een door God zelf geplante bloem in zijn heerlijken hof niet wezen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek