United States or Saudi Arabia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dat grenst aan levenloosheid; dat nadert de verdorring en de verflensing der ziele. Zoo mag en moet een door God zelf geplante bloem in zijn heerlijken hof niet wezen.

Dit is gelukkig én triestig, het voelen en weten der menschen rondom, één hoog, twéé hoog, allen slapend, allen opgehoopt tusschen vier muren, allen met eigen, ander, onvatbaar, vreemd leven, allen verborgen in den rouwsluier van nacht, allen in de doode, zwarte rompen der huizen, allen levend in de levenloosheid, allen met een thuis, allen met een klein apart geluk, allen droomend hun droomen, allen onzichtbaar in het donker zooals ik, levend in het donker, zooals ik.

En zij ging rond; zij wist immers wel, dat zij niet alleen was! Er moest iemant zijn. Langzaam vorschte zij door de kamer, schichtig voorover-buigend in de hoeken en boven de meubels, meenende er een menschengedaante uit te zullen zien opdoemen. Maar er was niemant. Zij betastte de stoelen en de tafel, maar de stoelen en de tafel drongen pijnlijk hun harde levenloosheid in haar vingers.

Komt er een orgel lawaai maken in de straat, dan verschijnt de witte hand en kijken de zwarte, stille oogen. Gaat het orgel weg dan valt de tulle neer. Als een kind struikelt en huilt, beweegt de witte hand, en gluurt het hoekig, bleek gezicht door de doekplooien. Er gebeurt niets in de levenloosheid der straat of zij maakt het mee, leeft het mee, doet het mee.

Het was haar nauwelijks mogelijk, zelfs buiten zijn onmiddellijk bereik, hare vroegere zelfstandigheid te herwinnen. Als hij haar, voor een tijdje, aan haarzelve overliet, bleef zij lange poozen uitgeput in volkomen levenloosheid lang-uit liggen, en zij kwam maar bij om op te branden in een versch verlangen naar nieuwe levenloosheid. Zij leefde niet door eigen leven.

Ze krielden te zamen om den dooden bul, druk pratend boven zijn lijk, hun woorden begeleidend met uitleggende gebaren; tientallen van handen gleden gretig tastend over zijn schoft en flanken, begeerig, gelukkig het doode monster te kunnen aanraken en benaderen in zijne levenloosheid, terwijl enkelen trokken aan de hoornen, zóo den zwaren kop tilden van den grond, als beproefden zij zijn geweldige kracht, of voelden en knepen in zijn nek en vleezige deelen, als koopers doen bij het betasten van slachtvee; weêr anderen hadden de banderillas losgerukt en voerden die met zich naar buiten, de lange, pluimige stokken wegmoffelend achter hun rug.

Ook hier lag die tint van levenloosheid over de nieuwe meubels, over de gordijnen van het ledekant, over de waschtafel en de kasten en over het toilet tusschen de twee vensters. Marie lachte nog steeds en Emilie schudde het hoofd over hare dwaze grappen.