Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Hij is dood, zeide zij. God was zijn ziele genadig hem te laten sterven in zijn noode. Dood is hij? vroeg Gawein. Hij is dood, zeide zij. Zij tastte in het duister, stak een kaars op en zette die bij den doode. Zij ging in haar eigen aangrenzend closet, stak een kaars op en zette die bij den doode. Gawein knielde neêr en zij ook en zoo baden zij beiden.

Mij snijden andre bitterheên En wreeder smart de ziele door, Tot haar vertroosting, 'k bid u, leen Mijn droefheid een gewillig oor; En zoo me in u geen vriend verscheen, Die hulpe biedt, ten minste hoor! Crabbe.

Ik kom voor dijnen troon met de beminde ziele door het vuur der beproeving gezuiverd.... Moge ik toch niet eeuwen lang het verlies betreuren van het zoete maagdelijn! HET MEISJE; zij ontwaakt met eenen glimlach. O, God, wat is dit? Genezen! Wat zoete begoocheling! Maar neen, begoocheling is het niet.... Mijn hart klopt krachtig; warm bloed stroomt mij door de aderen. Waar ben ik toch?

Niemand is volmaakt vry in deeze weereld, en wy moeten allen de één van den ander afhangen. Ik zal derhalven dit uitgebreid hoofdstuk besluiten met deeze algemeene aanmerking, dat alle geluk op aarde enkel in verbeelding bestaat, en dat men die altyd verkrygen kan, wanneer de gezondheid des lichaams, en de vrede der ziele door eenen onderdrukkenden geweldenaar niet ontrust worden.

En de vriendelijke man al vond hij het lied ook schoon, hij wilde het toch den vreemde wel toegeven: ja dat het vaderland voor de ziel toch eigenlijk in de eerste plaats, reeds de aarde moest zijn, en, dat het hijgen en zuchten naar een beter vaderland inderdaad ondankbaarheid aan den Schepper mocht heeten, aan Hem, die den hemel wel zeker reeds op aarde vestte voor hen die maar goed verstaan, dat de hemel der ziele is: DE VREDE VAN EEN REIN GEMOED.

Hij werd het in een slag van zijne zenuwen gewaar: het zou een schoonheid zijn van zijn ziele, die uitblinken zou, als hij nu tante Olympe, spijts de rhetoriek van een bovenzinnelijk stelsel, wou helpen. Zijn gemoed brak, binst den troost, dien hij in ontroerde gezegden haar gaf: We moeten wij doen wat gij zegt.... En het is zeer waar, al wat ge zegt.... Bekijk me eens....

Het grootste gedeelte heb ik aan aflaten verknoeid om der ziele wil; maar nu, om mij nogmaals te verbinden! neen, zie, daar kan ik tot mijn leedwezen niet toe overgaan." "Gij vergeet, Barbara," hernam Rosio: "dat gij u een goeden ouden dag bezorgt. Op de Blankert hebt gij alles wat uw hart kan begeeren, terwijl hier...."

Nog niet te laat, om de bede te slaken: »Mijne ziele kleeft aan het stof, maak mij levend naar Uw woord!" Niet te laat om de Jakobsworsteling aan te vangen, die eindigt met het vergezicht van den geopenden Hemel!

Gij zijt Didoneels ziele zoo fel, maar waart gij tot mij gekomen en niet tot hém, dien ik doodde, vóor hij biechten konde en Onzer Lieve Vrouwe om genade bidden, ik zoude, ging het mij te schade of te vrome, u doen weten wat mijn zwaard vermag! En zoo zal ik, in trouwe, ook heden doen!

De keukenmeid volgde heur voorbeeld, maar zoo dikwijls niet en verzekerde, op heur aandeel in 't hemelrijk en heurer ziele zaligheid, dat zij en heure Mevrouw niets anders gedaan hadden dan het afval van 't eetmaal gegeven aan twee armzalige pelgrims, die op magere ezelen gezeten, voor het keukenvenster waren komen staan, en méér niet.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek